In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mutaties
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
DNA verdubbelen
De genetische code wordt gekopieerd
Daarna kan celdeling plaatsvinden
Slide 6 - Tekstslide
Gewone celdeling (mitose)
Slide 7 - Tekstslide
Mutaties
Een verandering van de genetische code door een veranderd DNA-molecuul
Slide 8 - Tekstslide
Sikkelcelanemie
De rode bloedcellen kunnen van vorm veranderen.
Slide 9 - Tekstslide
Daisy heeft sikkelcel-anemie. Bij iemand met sikkelcel-anemie bevatten de rode bloedcellen een afwijkende vorm van hemoglobine. Daardoor kunnen de cellen niet goed functioneren. Sikkelcel-anemie wordt veroorzaakt door een recessief gen (a). Een tante en een oom van Daisy zijn beiden heterozygoot voor het gen da sikkelcel-anemie veroorzaakt. Ze verwachten samen een kind. Hoe groot is de kans dat dit kind sikkelcel-anemie krijgt?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Kwaadaardige tumor met uitzaaiing
Slide 18 - Tekstslide
Hoe kan het fenotype op natuurlijke wijze veranderen?
Mutatie = spontane verandering in het DNA (genotype) Gevolg = variatie (mutatie moet dan wel in een zaadcel/eicel gebeuren)
Hoe werkt evolutie?
Slide 19 - Tekstslide
Evolutie - Hoe dan wel?
Mutatie leidt tot variatie - dankzij erfelijke mutatie
Survival of the fittest- alleen als je nek lang genoeg is, kan je bij het eten (boom) en overleef je Natuurlijke selectie - als je het overleeft, kan jij je voortplanten. De natuur (boomlengte) selecteert wie het overleeft.
Isolatie - Niet stiekem toch blijven kruisen met kortere giraffes - je isoleert je van de ouder groep