LB-WW Basis Deel 1 - H3 - Samen op de wereld - Les 5

[Aandachtsrichter]
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Tekstslide

WW Basis Deel 1, Hfdst 3 
Samen op de wereld
Par. 4 Omgaan met alles wat leeft
Les 5
(Afrondingsles)

Slide 2 - Tekstslide

Iets uit de actualiteit: 

Slide 3 - Tekstslide


😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Weektaak
Leerwerk | Lezen p.55-59

Maakwerk | Opdr. 25, 26/27, 28, 29
* kies voor 26 of 27
LVB: Het Grote Vriendelijkheidsexperiment (week 4)

Slide 5 - Tekstslide

Opdr. 25, p.56
Vrijheid betekent niet: kunnen doen en laten waar je zin in hebt en je van niemand iets aantrekken en je onlusten botvieren op anderen. 

Als dat zo zou zijn dan is samen leven in vrijheid niet meer mogelijk. 

Slide 6 - Tekstslide

Opdr. 26, p.56
Je voelt waarschijnlijk spontaan aan dat dit niets met vrijheid te maken heeft. Je kunt je aan je verantwoordelijkheid onttrekken door te zeggen dat je jezelf niet wenst te bemoeien met anderen.

Ook als het over mondiale problemen gaat, reageren mensen vaak zo: ‘In Afrika moeten ze hun eigen problemen maar oplossen, daar moeten wij ons niet mee bemoeien.’ Soms valt daar veel voor te zeggen bijvoorbeeld als het militaire interventies betreft. Dat kan namelijk ook uit de hand lopen. Maar wat als het om acute hongersnood gaat? Drinkwaterproblemen? Zijn mensen dan niet het aan elkaar moreel verplicht (‘moreel’ betekent dat het menselijk gezien juist zou zijn) elkaar te helpen? 

Slide 7 - Tekstslide

Opdr. 27a, p.57
Richard vertoont zeker geen bezitterig gedrag. Maar de omschrijving 'vrij laten' is zeker niet op zijn plaats. Misschien kun je beter spreken va n vluchten voor verantwoordelijkheid, onverschilligheid, iemand in de steek laten. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdr. 27b, p.57
Trouw betekent dat men op elkaar bedacht is, elkaar helpt, elkaar niet laat vallen op moeilijke momenten. Het begrip 'trouw' wordt heel vaak eng-seksueel opgevat: 'man en vrouw zijn elkaar hun hele leven trouw gebleven' betekent dan dat ze niet het bed met een ander gedeeld hebben.


Maar als ze elkaar tegelijk op moeilijke momenten in de steek laten. Ook al delen ze niet het bed met een ander, is hier dan sprake van 'trouw'? Zijn ze dan ‘trouw’ aan elkaar?   

Slide 9 - Tekstslide

Opdr. 28, p.57
geen echte aandacht

meeleven met elkaar
niet inleven in een ander
elkaar vrijlaten
vrijblijvend
jaloezie
de ander niet vrijlaten
de ander vertrouwen geven
de ander voortdurend controleren
echt aandacht voor iemand
de ander aan zijn lot overlaten 
de ander regels opleggen 









ROOD: onverschillig gedrag
GROEN: respect en trouw
BLAUW: bezitterig gedrag 

Slide 10 - Tekstslide

Opdr. 29, p.57 1/4
zie POLL & WOORDWEB volgende SLIDES

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel invloed kun je denk jij uitoefenen op het bestaan van kinderarbeid in de wereld?
0100

Slide 12 - Poll

Hoe kun je
invloed
uitoefenen op
kinderarbeid?

Slide 13 - Woordweb

Opdr. 29, p.57 4/4
Natuurlijk ben je niet in je eentje verantwoordelijk, en zeker ook niet de belangrijkste verantwoordelijke. Grote verantwoordelijkheid ligt onder andere bij internationale kledingmerken die hun winst willen maximaliseren.


Dat wil niet zeggen dat je geen enkele invloed kunt uitoefenen. 
Dat kan bijvoorbeeld door:
  • bepaalde merken niet te kopen
  • door onder de aandacht va n een breed publiek te brengen wat er aan de hand is
  • door acties te voeren in winkels etc 



Slide 14 - Tekstslide

LVB: 
Hoe heb je het Grote Vriendelijkheidsexperiment ervaren? 

Heb je ook geschikte afbeeldingen/foto's erbij? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze les werken we aan:
Paragraaf 4 | Hoe behoren mensen met dieren om te gaan?
Nakijken weektaak (ORANJE SLIDES)
Samen lezen | Bron 8 | Blz. 62
Maak | Opdr. 36 t/m 38 | Blz. 63 + 64
Klaar? Maak opdr.31 t/m 35, p.60-62
evt: Verdieping dierenrechten | Ritueel slachten


Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 4 Omgaan met alles wat leeft, p.60
Je bent dus een mens op aarde
en je leeft samen met andere mensen

En je bent ook een levend wezen
en je leeft samen met andere levende wezens. 

Slide 17 - Tekstslide

Bron 8, p.62
De waarde van dieren

(samen lezen)

Slide 18 - Tekstslide

LessonUp-time
Pak je laptop erbij en ga aan de slag met: 
  • Nakijken weektaak (ORANJE SLIDES)
  • Maken: Opdr. 36 t/m 38, p.63 en 64
  • Klaar? Maken opdr. 31 t/m 35, p.60-62
  • evt: Verdieping dierenrechten | Ritueel slachten (PAARS)
timer
15:00
let op: maak ook alle interactieve SLIDES; dus je werkt in leerwerkboek èn LessonUP

Slide 19 - Tekstslide

Opdr. 31ab, p.60
Misschien heb je geen kruisjes gezet bij 'Vaak in contact' bij de huismijt.. Lees dan de volgende SLIDE maar eens.. 



Slide 20 - Tekstslide

Opdr. 31ab, p.60 (De Huismijt)




'Huismijten zijn piepklein (ca. 0,3 mm) en met het blote oog niet waarneembaar. Ze leven het prettigste te midden van stof en voeden zich met de huidschilfers van mensen en dieren. Ze leven in een enorme groepen: in één gram huisstof vertoeven gemiddeld zo'n 15.000 mijten. Tapijten, gordijnen, vloerbedekking en matrassen vormen hun woonplaats. Maar omdat een mens per dag ongeveer 1 gram huidschilfers verliest, vormt vooral het hoofdkussen van een bed de plek waar ze zich met duizenden ophouden.
Huismijten horen bij het normale leefmilieu van iedere woonruimte. Door vaak poetsen en wassen van lakens etc. kun je hun aantal enigszins beperken. Echt uitroeien is onmogelijk.
De huismijt wordt slechts enkele maanden oud, maar tijdens die periode produceert zij tot
200 maal haar eigen gewicht in uitwerpselen. Het zijn die uitwerpselen die voor lichamelijke problemen bij de mens zorgen zoals problemen met de ademhaling, oog- en neusontstekingen en huiduitslag.' 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdr. 32, p.61
A. Proefdier: witte muis




B. Vervoer: paarden
C. Gezelschap: konijn
D. Bestuiving in de landbouw: bij
E. Hulp aan mensen met een beperking: hulphond
F. Bestrijder van luizen (bij de teelt van groenten): lieveheersbeestje 




Slide 23 - Tekstslide

Opdr. 33a, p.61
Gezelschap, hulp bij de jacht, speurhond (naar overlevenden bij een ramp, naar drugs, naar boeven, naar truffels). 




Slide 24 - Tekstslide

Opdr. 33b, p.61
Zie WOORDWEB volgende SLIDE




Slide 25 - Tekstslide

Welke dier betekent
veel voor jou?

Slide 26 - Woordweb

Opdr. 34, p.62 ! 
a. Deze mensen eten wat een slager verkoopt: vleeseters





b. Deze mensen eten geen koeien: hindoes
c. Deze mensen eten slechts af en toe vlees: flexitariërs
d. Deze mensen eten geen dieren maar wel producten van het dier zoals melk: vegetariërs
e. Deze mensen eten niets van een dier en gebruiken ook geen leer en wol: veganisten
f. Deze mensen eten geen dieren behalve vis: pescotariërs 




Slide 27 - Tekstslide

Opdr. 35, p.62
Nee. De redenen lijken eerder tegengesteld. Joden en moslims ontlenen de regel geen varkensvlees te eten respectievelijk uit de Tora en de Koran. Varkens zijn voor hen geen heilige dieren maar onreine dieren. 




Slide 28 - Tekstslide

Opdr. 35, p.62
Nee. De redenen lijken eerder tegengesteld. Joden en moslims ontlenen de regel geen varkensvlees te eten respectievelijk uit de Tora en de Koran. Varkens zijn voor hen geen heilige dieren maar onreine dieren. 




Slide 29 - Tekstslide

Opdr. 35, p.62
Nee. De redenen lijken eerder tegengesteld. Joden en moslims ontlenen de regel geen varkensvlees te eten respectievelijk uit de Tora en de Koran. Varkens zijn voor hen geen heilige dieren maar onreine dieren. 




Slide 30 - Tekstslide

Opdr. 36 1/2, p.63
2. “Weet jij waar het vlees vandaan komt dat op je bord ligt? Hoe heeft het dier geleefd?”






Ene uiterste: 'dat hoef ik helemaal niet te weten. Het gaat immers om de kwaliteit van het vlees.' 
Andere uiterste: 'ik vind dat mensen die vlees eten zich hierin zouden moeten verdiepen; maar het beste is helemaal geen vlees eten, en dat doe ik ook niet.' 

Slide 31 - Tekstslide

Opdr. 36 2/2, p.63
3. “Kun je nog een jas met bont dragen als je weet hoeveel diertjes hiervoor vergast worden?”


Ene uiterste: 'Wat maakt het uit waar de jas van gemaakt is!'

Andere uiterste: 'Dit vind ik vreselijk zeker omdat je een jas van allerlei stoffen kunt maken waarvoor geen dieren gefokt hoeven te worden.' 

Slide 32 - Tekstslide

Opdr. 37, p.63-64
Zie POLLS volgende SLIDES

Slide 33 - Tekstslide

Weet je dat er in veel landen dierproeven worden gedaan voor cosmeticaproducten?
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Weet je waar het vlees vandaan komt dat op je bord ligt? Hoe het dier geleefd heeft?
Ja
Nee

Slide 35 - Poll

Kun je nog een jas met bijnt dragen als je weet hoeveel diertjes hiervoor vergast werden?
Ja
Nee

Slide 36 - Poll

Opdr. 38, p.64
Vergelijk je eigen opvattingen bij opdracht a. met de uitersten bij opdracht 36. In de buurt van welk uiterste bevind je je, of zit je ergens in het midden?  

Dit doen we in de les. 

Slide 37 - Tekstslide

Opdr. 39, p.64
Ook hier kun je twee uitersten innemen.


Ene uiterste: 'Aan je huisdier ben je nu eenmaal gehecht, daar hou je van. Maar met een varken in een grote stal heb ik toch niks uit te staan.'

Andere uiterste: 'Eigenlijk klopt hier iets niet; dat je meer van je hond houdt dan van een willekeurig varken in de bio-industrie snap ik wel. Maar ook dat varken is een levend wezen dat respect verdient en recht heeft op een goed bestaan.' 

Slide 38 - Tekstslide

Verdieping dierenrechten

Slide 39 - Tekstslide

Verdieping dierenrechten
Zouden dieren dezelfde rechten moeten hebben als mensen?

Slide 40 - Tekstslide

Verdieping dierenrechten
Deze dieren ook?

Slide 41 - Tekstslide

Verdieping dierenrechten
Wat als de "rechten" van mens en dier in conflict komen?

Slide 42 - Tekstslide

Verdieping dierenrechten
Daar zijn we nog niet over uit, ook niet in Den Haag...

Slide 43 - Tekstslide

Kennen we deze nog?


H1 | § 5 | Bron 9 | Blz. 21      

Slide 44 - Tekstslide

Weektaak
Maak | Opdr. 31, 32, 33b, 34, 36 t/m 38 + 39, p.60-64

LVB | Het grote vriendelijkheidsexperiment (afronding)


Volgende week: Praktische opdracht LB + AK

Slide 45 - Tekstslide