1.5

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 23

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je klinkers en medeklinkers herkennen. 
- weet je wat het verschil is tussen korte en lange klanken.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 21 t/m 24 op blz. 23 t/m 25.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Noteer 3 klinkers

Slide 6 - Open vraag

Noteer een woord met alleen een lange klank

Slide 7 - Open vraag

noteer een woord met een lange en een korte klank

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 21 t/m 23 op blz. 23 t/m 25.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Ons alfabet bestaat uit twee soorten letters: 
klinkers en medeklinkers

Om goed te kunnen spellen is het belangrijk om te weten welke letters de klinkers en welke de medeklinkers zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Heeft het woord een lange of korte klank: mes

Slide 14 - Open vraag

Heeft het woord een lange of korte klank: vuur

Slide 15 - Open vraag

Noteer de woorden met 1 klinker:
klaas-nog-zuurtjes-Pim-twee

Slide 16 - Open vraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 21 t/m 23 op blz. 23 t/m 25.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 22.

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.5, blz. 23 t/m 25, opdr. 21 t/m 24 --> namen lln
B: les 1.5, blz. 23 t/m 25, opdr. 21 t/m 23 --> namen lln
I: les 1.5, blz. 23 t/m 25, opdr. 21 t/m 23 --> namen lln

Ben je klaar?
Dan kijk je opdrachten na. 
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken.
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

De u in 'muggen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 19 - Quizvraag

De o in 'spotten' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 20 - Quizvraag

De e in 'wezen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 21 - Quizvraag

De a in 'bijna' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 22 - Quizvraag

De a in 'wangen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 23 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen klinkers en medeklinkers

Slide 24 - Poll

Ik weet het verschil tussen korte en lange klanken

Slide 25 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
1.5 opdracht 21 t/m 23 of 24

Toetsen: 
...
geen

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting
Ruim je spullen van NE op. 

Volgende lesuur: ...................

Slide 27 - Tekstslide