Vanessa les 2

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Spelling

Onderdeel 1: Woordkennis

Je krijgt vier vragen waarbij je de zin moet afmaken.

1. Maak de zin af.
Met een KLINK kun je...

1. een deur openen
2. een geluid versterken
3. een kier dichten
4. een kraan aanzetten

2. Maak de zin af...
Met een TELESCOOP kun je naar...

1. botten in lichaam kijken
2. de sterren aan de hemel kijken
3. de wereld onder water kijken
4. zeer kleine voorwerpen kijken

3. Maak de zin af.
Met een TERMOSKAN kun je...

1. drank laten afkoelen
2. drank verdelen
3. drank verhitten
4. drank warm houden

4. Maak de zin af.
Een LANS kun je gebruiken om...

1. iets op te bouwen
2. iets op te meten
3. mee te vechten
4. mee te weven

Onderdeel 2: Spelling

Ik ga een zin voorlezen en dan het woord zeggen die je moet typen. 

Woord 1.

Woord 2.

Woord 3.

Woord 4.

Onderdeel 3: DMT

Onderdeel 4: Drempeltest

Kies steeds de betekenis van het woord.

Woord 1.
Interview

1. Artikel
2. Vraaggesprek
3. Tussenstuk
4. Kolom

Woord 2.
Regio

1. Volk
2. Taal
3. Streek
4. Toneel

Woord 3.
Ontzield

1. dood
2. leeg
3. slap
4. stil

Woord 4.
Argument

1. Wantrouwen
2. Ergernis
3. Bewijs
4. Reden

Onderdeel 5: Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden.

Kies het goede antwoord.

Vraag 1.
Mijn vader heeft een aanzienlijk bedrag gewonnen.
Wat betekent aanzienlijk in deze zin?

1. Gering
2. Redelijk
3. Behoorlijk groot
4. verwaarloosbaar

Vraag 2.
Zij is absoluut de beste, wat betreft de evenwichtsbalk.
Wat betekent absoluut in deze zin?

1. Zeker
2. Misschien
3. Waarschijnlijk
4. Relatief

Vraag 3.
Het is afschuwelijk koud vandaag.
Wat is een ander woord voor afschuwelijk in deze zin?

1. Best
2. Gruwelijk
3. Vorstelijk
4. Helemaal niet

Vraag 4.
Er staan allerlei toetjes op tafel.
Wat betekent allerlei in deze zin?

1. Enkele
2. Gekleurde
3. Smakelijke
4. Veel soorten

Onderdeel 6: Begrijpend lezen

Oriëntatie

Vraag 1.
Wat voor soort tekst denk je dat het is?

1. Een verhaal
2. Een informatieve tekst
3. Een betoog
4. Een gebruiksaanwijzing

Vraag 2.
Wat is de bedoeling van het plaatje?

1. De sfeer van de tekst benadrukken
2. Een gedeelte van de tekst verduidelijken
3. De tekst schematisch samenvatten
4. Een indruk geven van hoe dropsleutels eruit zien

Hele tekst lezen.

Vraag 3.
Wat is waar volgens de tekst?

1. Alle soorten drop hebben dezelfde basisstof.
2. Elk soort drop heeft zijn eigen basisstof.
3. De basisstof van de meeste soorten drop is anijs.
4. De basisstof van de meeste soorten drop is honing.

Vraag 4.
Wat is waar volgens de tekst?

1. Na drie jaar worden alle wortels van de zoethoutplant afgeknipt.
2. Na vier jaar worden alle wortels van de zoethoutplant afgeknipt.
3. Na drie jaar worden enkele wortels van de zoethoutplant afgeknipt.
4. Na vier jaar worden enkele wortels van de zoethoutplant afgeknipt.

Vraag 5.
Waarom staat blokdrop (regel 17) tussen aanhalingstekens?

1. blokdrop is eigenlijk niet het hoofdbestanddeel van drop
2. in Nederland worden de blokken weer vloeibaar gemaakt
3. blokdrop is een exportproduct
4. zo wordt het hard geworden papje kennelijk genoemd

Lees de tekst onder figuur 1: stempelraam (mal) voor dropsleutels 

Vraag 6.

Welk woord had de schrijver hier ook kunnen gebruiken in plaats van "mal"?

1. Dwaas
2. Sjabloon
3. Glas
4. Gek

Lees de vierde alinea nog eens door.

Vraag 7.

Wat is waar volgens de tekst?

1. Blokdrop is erg lekker
2. Italië importeert blokdrop
3. Nederland importeert blokdrop
4. Nederland exporteert blokdrop

Hoe ging het?

😒🙁😐🙂😃

Hoe vond je deze tekst?

😒🙁😐🙂😃

Einde!!!!!!!!!