H3 , les 25-02, subjectificatie B1K

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

- pak een leesboek

- begin alvast met lezen :-)

Tien minuten lezen, in stilte.

Waarom? Je gaat een mindmap maken over je boek, je ontvangt een cijfer hierop. Je levert deze voor 13 februari in. 

Planning voor vandaag

11.00 - 11.10 - Lezen in je leesboek

11.10 - 11.15 - Sterke en zwakke werkwoorden

11.15 - 11.25 - Opdrachten maken

11.25 - 11.40 - Opdrachten bespreken

11.45 - 11.50 - Pauze

11.50 - 12.30 - Luister-, lees- en spreekopdracht

Sterke en zwakke werkwoorden

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

Wat gebeurt er in de verleden tijd?

Zelfstandig aan het werk

- Ga zelfstandig aan de slag met opdracht 1 en 2. 

- Je mag overleggen, maar denk om je stemvolume

- Vraag? Vraag je buurman/buurvrouw. Weet die het ook niet? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je. 

- Klaar?  Ga dan lezen in je leesboek.

PAUZE

Luister-, lees- en spreekopdracht

Lesdoelen:

- Je kan een mening geven over iets, zonder een ander daarbij te kwetsen

- Je kan aandachtig naar iemand naar luisteren als iemand wat zegt

- Je kan een open vraag stellen

- Je kan je verplaatsen in het perspectief van een ander

+ Je kan het onderwerp van een tekst benoemen

Video kijken + tekst lezen

We gaan zo twee fragmenten bekijken

En een tekst lezen

"We moeten nou eens ophouden dat het zo verschrikkelijk moeilijk is om uit de kast te komen. Als je een beetje karakter hebt, dan kom je daar gewoon voor uit", zo stelde Derksen vorige week in Veronica Inside.

Tekst lezen

- Je doet dit in stilte en voor jezelf

- Klaar? Markeer alvst de belangrijke woorden en zinnen

Vragen:

1. Waar gaat de tekst over?
2. Wat vind je van dat onderwerp? Waarom vind je dat?
3. Wat wist je al over dit onderwerp?
4. Heeft deze tekst je mening veranderd? Waarom wel/niet?
5. Heb jij zoiets zelf een keer meegemaakt? Hoe was dat?
6. Wat zou jij doen als je gediscrimineerd wordt?
7. Hoe had jij het anders verwoord?

 Ben jij heel stellig in je mening of kan deze veranderen? Hoe kan jouw mening veranderen?

Gespreksvragen

1. Wat heb jij opgeschreven?

2. Waarom heb je dat opgeschreven?

3. Heb je zelf wel eens zoiets meegemaakt? Hoe was dat? (dat je gepest, buitengesloten of gediscrimineerd werd)

4. Wat vind je van mijn mening?

5. Hoe kan ik jou overtuigen van een andere mening?