6. Industrie en ambacht

6. Industrie en ambacht
Ga rustig zitten op je plek
Je boek en schrift liggen op tafel
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok / in de kluis
Leg de iPad alvast dicht op tafel
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6. Industrie en ambacht
Ga rustig zitten op je plek
Je boek en schrift liggen op tafel
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok / in de kluis
Leg de iPad alvast dicht op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Stil beginnen
Maak deze opgave in je schrift. Je kan B196 en B197 gebruiken.
Klaar? Lezen: pagina 130, tekst B204
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld van een toetsvraag.

Voor deze vraag moet je kennen:
- De vier vormen van landbouw;
- Het begrip arbeidsintensief.

En kunnen:
- Gebruiken van een bron;
- Uitleggen in volzinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
1. Je kan de secundaire sector verdelen in industrie en ambacht

2. Je kan het verschil uitleggen tussen zware en lichte industrie

3. Je kan uitleggen wat hightechindustrie is

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor werk wordt gedaan in de secundaire sector?
A
Producten uit de natuur halen
B
Producten maken
C
Producten verkopen
D
Diensten verlenen

Slide 5 - Quizvraag

Welk van deze vier werkt in de secundaire sector?
A
Een bouwvakker
B
Een boerin
C
Een lerares
D
Een verpleegkundige

Slide 6 - Quizvraag

In de secundaire sector worden spullen gemaakt. Dat kan op twee manieren:
- In de ambacht. Weinig machines, veel met de hand. Er wordt niet veel in één keer gemaakt.
- In de industrie. Veel machines, veel tegelijk >> massaproductie.

Slide 7 - Tekstslide

Welke van die twee is vooral arbeidsintensief?
A
De ambacht
B
De industrie

Slide 8 - Quizvraag

Vóór grote machines bestonden werd alles met de hand gemaakt.

In de Industriële Revolutie kwamen grote fabrieken. Die gingen de ambacht vervangen.

Dit waren vooral 'vieze' fabrieken die veel gassen uitstootten.

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn twee soorten industrie:

Zware industrie. Bewerken van ruwe grondstoffen tot halffabricaten.

Lichte industrie. Maken van halffabricaten tot eindproducten.

Slide 10 - Tekstslide

Een fabriek die van ijzererts stalen platen maakt, hoort bij de...
A
Zware industrie
B
Lichte industrie

Slide 11 - Quizvraag

Bij lichte industrie hoort bijvoorbeeld ook het maken van je smartphone, iPad enz.

Technologie en elektronica (is veel kennis voor nodig) worden gemaakt in de hightechindustrie.

Slide 12 - Tekstslide

Dit hebben we geleerd:
1. Je kan de secundaire sector opdelen in ambacht en industrie.

2. Je kan industrie opdelen in zware en lichte industrie.

3. Lichte industrie waarin hightech spullen worden gemaakt, is hightechindustrie.

Slide 13 - Tekstslide

Heb je het begrepen?
Leg aan je buur uit óf schrijf in je schrift:

Wat de belangrijkste verschillen zijn tussen ambacht en industrie.

Over één minuut vraag ik één van jullie om de uitleg te geven.
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Eerst: nakijken opgaven uit de vorige lessen.
Maak dan: de opgaven in deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je boek (B196, B204 en B205) bij de opdrachten.
Met wie? Je mag samenwerken met je buur.
Klaar? Werk verder aan de les 7.
Tot hoe laat? Tot het einde van de les.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1
Lees B204.
a. In welke twee delen kun je de secundaire sector indelen?
b. Leg in eigen woorden uit wat een ambacht is.
c. Wanneer ontstonden de eerste fabrieken?
d. Is er na die tijd meer ambacht gekomen of juist minder? Leg je antwoord uit.
e. Noem een voorbeeld van een ambachtsbedrijf. 




Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1
a. In welke twee delen kun je de secundaire sector indelen?
In ambacht en industrie
b. Leg in eigen woorden uit wat een ambacht is.
Het maken van producten met weinig machines, maar juist veel met de hand.
c. Wanneer ontstonden de eerste fabrieken?
In de 18e eeuw, in de Industriële Revolutie.
d. Is er na die tijd meer ambacht gekomen of juist minder? Leg je antwoord uit.
Minder, want veel ambacht is toen vervangen door de industrie, waar meer producten tegelijk gemaakt konden worden.
e. Noem een voorbeeld van een ambachtsbedrijf.
Bijvoorbeeld een meubelmaker, schoenmaker, pottenbakker etc.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2
Lees B196 en B204. Bekijk de afbeelding op de volgende slide.
a. Is veel werk in de secundaire sector arbeidsintensief of juist niet? Leg je antwoord uit.
b. Hoeveel banen zijn er ongeveer in de secundaire sector?
c. Waar werken de meeste mensen in de secundaire sector? 


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 2
a. Is veel werk in de secundaire sector arbeidsintensief of juist niet? Leg je antwoord uit.
Niet, want het meeste werk is industrie, waar vooral met machines wordt gewerkt.
b. Hoeveel banen zijn er ongeveer in de secundaire sector?
Ongeveer 1,2 miljoen.
c. Waar werken de meeste mensen in de secundaire sector?
In de bouw.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 3
Lees B196 en B204.

a. Wat is industrie?
b. Leg uit waarom in de industrie meer producten worden gemaakt dan bij ambachtsbedrijven.
c. Leg uit waarom veel werk in de industrie vaak kapitaalintensief is. 


Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 3
a. Wat is industrie?
Het maken van producten in een fabriek.
b. Leg uit waarom in de industrie meer producten worden gemaakt dan bij ambachtsbedrijven.
In de industrie maken machines producten, en die kunnen sneller werken dan een mens met de hand dat kan.
c. Leg uit waarom veel werk in de industrie vaak kapitaalintensief is.
Bij kapitaal horen machines en gebouwen, en voor industrie zijn grote gebouwen en veel (dure) machines nodig.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4
Lees B205.

a. Welke twee vormen van industrie zijn er?
b. Wat is het grootste verschil tussen de twee vormen van industrie?


Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 4
a. Welke twee vormen van industrie zijn er?
Zware industrie en lichte industrie  
b. Wat is het grootste verschil tussen de twee vormen van industrie?
Bij zware industrie wordt van grondstoffen een halffabricaat gemaakt, bij lichte industrie van halffabricaten een eindproduct.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 5
Lees B205 en bekijk de afbeelding op de volgende slide.

a. Welke vorm van industrie is zichtbaar op de afbeelding?
b. Worden hier vooral halffabricaten of eindproducten geproduceerd?
c. Is het werk op de afbeelding arbeidsintensief? Leg je antwoord uit. 


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 5
a. Welke vorm van industrie is zichtbaar op de afbeelding?
Zware industrie
b. Worden hier vooral halffabricaten of eindproducten geproduceerd?
Vooral halffabricaten
c. Is het werk op de afbeelding arbeidsintensief? Leg je antwoord uit.
Nee, er zijn maar weinig mensen nodig bij dit werk. Het meeste werk wordt gedaan door machines.

Slide 27 - Tekstslide