4h kua P2. Film

4h kua P2. Film
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4h kua P2. Film

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Film in massacultuur en postmodernisme

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Overzicht Periode 2: Massacultuur
Historische context
Wat is massacultuur?
Pop-art
Subculturen + muziekstijl
Videoclips, popsterren
Musicals, beeldende kunst
postmodernisme
Film: massa en postmodern

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken modernisme?

Slide 8 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
kenmerken postmodernisme?
(Het zijn er 10)

Slide 9 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Welke 10 kenmerken heeft het Postmodernisme?

Jeff Koons, Play Doh, 1994-2014
CULTUURRELATIVISME (meervoudige perspectieven, gelijk aan elkaar).  
REMIXEN: opnieuw combineren, citeren, hergebruiken .
GEMAAKTHEID van de wereld (er is niet 1 waarheid, iedereen eigen waarheid) 
HERKENBAARHEID (dus figuratief ipv abstract) 
HIER & NU; het utopische toekomstbeeld staat niet meer centraal. 
ANYTHING GOES; geen originaliteit meer; alles is al eens gedaan. 
MULTI/INTERDISCIPLINAIRE KUNST; mengen kunstdisciplines voor nieuwe kunst 
HIGH ART & LOW CULTURE, door elkaar heen, geen onderscheid meer. 
KITSCH mag; wat vroeger stijlloos/smakeloos alleen decoratie was, is nu acceptabel 
IRONIE, SPOT, DUBBELZINNIGHEID in plaats van serieuze, ernstige kunst. 

Slide 10 - Tekstslide

Gemaaktheid: Iedereen kan er zelf een betekenis aan geven.
Herkenbaarheid: een berg klei.
Anything goes: dit is niet origineel, dit kan een kind.
hight art-low culture: groot kunstwerk dat gaat over kinderklei, voor bijna iedereen herkenbaar uit kindertijd. Staat in de belangrijkste musea over de wereld.
Kitsch: dit is toch geen kunst? nu wel.
Ironie: Het kan worden gezien als overdreven, over the top door de uitvergroting. 
          Vandaag + 
           Leerdoelen
-
-
-Film massacultuur
-Film postmodernisme

  1. Ik kan de volgende begrippen uitleggen: thriller, nouvelle vague, neorealisme, blockbuster, soap.
  2. Ik kan een musical vergelijken met een bollywood-scene.
  3. Ik kan postmodernistische kenmerken uitleggen en herkennen bij film.
  4. Ik kan het verband uitleggen tussen globalisering en interculturele uitwisseling in film.


Slide 11 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Instructie
-Na WO II wordt de filmwereld zeer dominant als amusementsmedium.

-In Europa gebeurt iets anders dan in de VS

-Globalisering en internet zorgt voor populaire niet-westerse invloeden

-Postmodernisme in de film. Hoe ziet dat uit?

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Alfred Hitchcock: regisseur
Na de komst van de tv, gaan minder mensen naar de bioscoop.
Hitchcock ontwikkelt een nieuw genre: Thriller. Hiervoor komen mensen wel!

Gaat niet over kritiek op de maatschappij;
Heeft geen diepere betekenis;

Puur vermaak en spanning!
Niet door enge beelden, maar door spanning op te wekken. Suspense
Het publiek weet meer dan de acteurs. "Kijk achter je!"

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom past het nieuwe genre 'thriller' zo goed bij massacultuur?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij Hollywood?

Slide 15 - Woordweb

op basis van antwoorden:

Dramatiisch, nep, overdreven: ja dat vonden de europeanen ook.
Paste niet bij na oorlogse gedachtegoed. Behoefte aan kijken hoe het echte leven is.

En simpel: er waren geen kwalitatief goede filmsets, materiaal of personeel meer over door verwoesting WO II.

Daarom ook makkelijker, rauwer, grappig/serieus, niet over the top.
Hollywood & filmsterren
De Amerikaanse filmindustrie, die vooral in "Hollywood" was gevestigd, werd na de Eerste Wereldoorlog het nieuwe belangrijkste filmcentrum van de wereld. Hollywoodfilms werden over de hele wereld verspreid en in vele landen werd de markt overheerst door de Amerikaanse film.
James Dean
Marilyn Monroe
Elizabeth Taylor
Acteurs die James Bond speelden
Zij waren sterren en idolen, bepaalden de mode en iedereen wilde alles over hen weten. Grote invloed op de massacultuur.
Dramatisch acteren, neppe wereld, voor de massa

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa reageert op "neppe" Hollywood met andere filmstijlen.

Slide 17 - Tekstslide

op basis van antwoorden:
Dramatiisch, nep, overdreven: ja dat vonden de europeanen ook.
Paste niet bij na oorlogse gedachtegoed. Behoefte aan kijken hoe het echte leven is.
En simpel: er waren geen kwalitatief goede filmsets, materiaal of personeel meer over door verwoesting WO II.
Daarom ook makkelijker, rauwer, grappig/serieus, niet over the top.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In jouw eigen woorden: verschil tussen neorealisme en nouvelle vague?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

sinds 1990, 34 seizoenen: nog steeds elke werkdag!
1956-2010, elke dag een aflevering. Best bekeken soapserie ooit.
Soapseries komen uit de Verenigde Staten, toen vooral bedoeld voor huisvrouwen.
De reclames tussendoor, waren in het begin over zeep. Vandaar de naam!
scène
https://www.youtube.com/watch?v=O8o01t59TT0
Dramatisch, niet geweldig geacteerd. Snel opgenomen, want iedere dag een nieuwe aflevering.
Cliffhanger

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering, internet, cultuurrelativisme:

niet-westerse invloeden op film

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filmstijl is dit?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Martial arts = vechtkunst, China
Anime = tekenfilms, Japan
Aziatische invloed op film

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filmstijl is dit?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fusion: het mengen 
van verschillende culturele stijlen, tot iets nieuws.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord deze vraag:
Bollywood-films lijken vaak op een musical. Noem twee dingen op waaruit dit blijkt.
vanaf 0:28

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bollywood-films lijken vaak op een musical. Noem twee dingen op waaruit dit blijkt.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken musical

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hollywoodfilms "nu".
-Bekende acteurs;
-Stereotypes;
-Verhalen begrijpelijk voor de massa;
-Bedoeld om veel geld mee te verdienen. 
Het zijn vaak blockbusters. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een blockbuster?
A
Een film die over bouwen gaat.
B
Een film die veel mensen aanspreekt en veel geld oplevert.
C
Een film voor kleine groep, die weinig geld oplevert.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blockbusters
uit zomer
2023

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke heb jij gezien?

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne film




Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.” 
Hoe meer films je kent, hoe meer je postmoderne films kunt waarderen. Verwijzingen werken niet als je de verwijzing niet kent.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.”

Maakt hij originele kunst?
A
Ja
B
nee
C
weet ik niet
D
ik snap de vraag niet

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekendste films van Tarantino
Postmoderne kenmerken:
*Mengen van genres;
*Absurde scenes en gesprekken;
*verwijzingen naar eigen en andere films;
*Grof geweld gebruiken als normaal;
*Onverwachte montage.

Slide 38 - Tekstslide

in het lijstje zie je meerdere genres gecombineerd, western, misdaad, komedie, actie.
Aan de slag
Welke postmodernistische kenmerken zie je in dit filmpje van Tarantino's films?
1. Mengen van genres;
2. Absurde scenes en gesprekken;
3. verwijzingen naar eigen en andere films;
4. Grof geweld gebruiken als normaal;
5. Onverwachte montage.

---> Kijken, denken, bespreken, checken

Mag in tweetallen. Schrijf antwoorden op. Geef voorbeelden.

Slide 39 - Tekstslide

kijk samen video.

nog een keer kenmerken laten zien

Leerlingen antwoorden/nummers/opschrijven met uitleg.

bespreken

Slide 40 - Video

Je kan waarschuwen: veel schieten en bloed, maar zo over de top dat het niet echt lijkt. Dus niet echt gruwelijk.
Aan de slag
Welke postmodernistische kenmerken zie je in dit filmpje van Tarantino's films?
1. Mengen van genres;
2. Absurde scenes en gesprekken;
3. verwijzingen naar eigen en andere films;
4. Grof geweld gebruiken als normaal;
5. Onverwachte montage.

---> Kijken, denken, bespreken, checken

Mag in tweetallen. Schrijf antwoorden op. Geef voorbeelden.

Slide 41 - Tekstslide

kijk samen video.

nog een keer kenmerken laten zien

Leerlingen antwoorden/nummers/opschrijven met uitleg.

bespreken
Antwoord: 1,2,3,4.  

Duidelijke antwoorden:
-mengen genres, absurde scenes en gesrpreken, grof geweld gebruiken als normaal.

Verwijzen naar andere films minder zichtbaar. Wel steeds naar eigen films: door die voeten, die kofferbak, dat komt steeds terug.

onverwachte montage: nu niet heel duidelijk omdat het korte voorbeelden achter elkaar zijn. 

Slide 42 - Video

als je nog tijd hebt.

Hoe heten de twee belangrijkste filmstijlen uit Europa na WO II?
A
neo-absurdisme
B
nouvelle vague
C
Nouvelle surrealisme
D
neorealisme

Slide 43 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Waarom ontstaan er niet-westerse invloeden op de filmwereld?
Geef ook een voorbeeld van nieuwe filmgenre.

Slide 44 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Terugkijken 
op de leerdoelen
  1. T1
  2. T2
  3. I


Slide 45 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

           Begrippen
           uit deze les
  • Thriller
  • nouvelle vague
  • neorealisme
  • anime
  • bollywood
  • soap serie
  • blockbuster

Slide 46 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Noem 2 dingen op die je vandaag hebt geleerd

Slide 47 - Open vraag

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies