§ 4.4 Internationaal en nationaal waterbeleid

Leerdoelen
  • Je kunt het internationaal rivierenbeleid van de landen in het stroomgebied van de Rijn beschrijven.
  • Je kunt het integraal waterbeleid van Nederland beschrijven en beoordelen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt het internationaal rivierenbeleid van de landen in het stroomgebied van de Rijn beschrijven.
  • Je kunt het integraal waterbeleid van Nederland beschrijven en beoordelen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
 a De natuurlijke oorzaken van overstromingsgevaar spelen in het hele stroomgebied, die houden zich niet aan landsgrenzen. (Toelichting: alle landen hebben er bijvoorbeeld baat bij om de klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken). b Als alle landen maatregelen nemen, zijn de kosten per land lager. (Toelichting: Als Duitsland bijvoorbeeld geen maatregelen zou nemen tegen hoogwater of vervuiling, zou Nederland veel meer maatregelen moeten nemen. Andersom heeft Duitsland er bijvoorbeeld ook baat bij als de Rijn in Nederland meer ruimte krijgt; dat verlaagt ook in Duitsland de hoogwaterstanden). 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1
c Als sommige landen wel en andere landen geen maatregelen zouden nemen tegen het overstromingsgevaar, zouden er politieke spanningen kunnen ontstaan tussen de landen in het stroomgebied. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
 a Door het bewustzijn over het overstromingsrisico te vergroten, weten mensen beter wat ze kunnen verwachten en hoe ze moeten handelen als er een overstroming is. (Toelichting: het is niet genoeg om de bevolking alleen te beschermen). b ‒ Door bij de te dragen aan het verkleinen van de overstromingskans door bijvoorbeeld hun omgeving te vergroenen of minder CO2 uit te stoten.

‒ Door de gevolgen van een overstroming te beperken door bijvoorbeeld uit te zoeken hoe hoog het water kan komen en ervoor te zorgen dat ze zichzelf in veiligheid kunnen brengen. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 3
a Voorbeelden van goede antwoorden:

Wanneer er bijvoorbeeld lokaal water vervuild wordt, kan dat water ‒ als het afgevoerd wordt door een rivier ‒ op regionale, nationale of zelfs continentale schaal problemen opleveren voor de waterkwaliteit.
- Enorme regenval in de boven- en middenloop van de Rijn (continentale schaal) kan de oorzaak zijn van een dijkdoorbraak bij de een rivierpolder (lokale schaal).
b De waterproblemen die in Nederland voorkomen worden in samenhang aangepakt. 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3
b De waterproblemen die in Nederland voorkomen worden in samenhang aangepakt.

c Bedrijven en kennisinstituten kunnen bijvoorbeeld nieuwe machines of methoden ontwikkelen waarmee water gezuiverd kan worden, de afvoer van regenwater naar de rivieren vertraagd kan worden, verzilting bestreden kan worden, enzovoort.






Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3
d Voorbeelden van juiste antwoorden:

‒ Hoe kan zo veel mogelijk voorkomen worden dat door verstening de waterafvoer versnelt?
‒ Hoe kan vervuiling van het grondwater voorkomen worden?
‒ Hoeveel lokaal water zullen de bedrijven gaan gebruiken?
‒ Gaat het bedrijventerrein niet ten koste van natuur? 



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4
 a In 1995 waren sommige dijken maar net bestand tegen de hoge waterstanden. Het had dus ook anders af kunnen lopen. Het aanleggen van waterkeringen alleen is dus niet voldoende beveiliging tegen overstromingen. b Voorbeelden van goede antwoorden:

– Natuurgebieden zijn kwetsbaar voor verdroging, verzilting en vervuiling. Om natuurgebieden te beschermen, is goed waterbeheer daarom belangrijk.
– Er kan door sommige maatregelen nieuwe natuur gecreëerd worden (bijvoorbeeld door de uiterwaarden te verruimen komt er plek voor meer natuur). 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4
c Voorbeelden van goede redenen:

– Om waterrecreatie mogelijk te maken, is goed waterbeheer nodig. Het zwemwater in rivieren en meren moet bijvoorbeeld schoon zijn.
– Sommige maatregelen om gebieden tegen hoogwater te beschermen kunnen gecombineerd worden met het creëren van recreatiemogelijkheden (denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van plassen langs de rivier).  

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 5
a A ‒ 2

B ‒ 1
C ‒ 3
b Voorbeelden van goede manieren:
– Het vasthouden van water in de bodem verhoogt de grondwaterspiegel. Hierdoor wordt de verdroging van gebieden tegengegaan.
– De berging in oppervlaktewater kan verdroging tegengaan. Dit water kan namelijk gebruikt worden voor irrigatie of drinkwater. 




Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 6
a ‒ De kracht van een mogelijke overstroming kan relatief laag zijn.

‒ De maximale waterhoogte kan bij een overstroming relatief laag zijn.
‒ Het aantal inwoners van het gebied kan relatief laag zijn.
‒ De economische waarde van het gebied kan relatief laag zijn. 






Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 6
b Voorbeelden van goede antwoorden:

– Groningen ligt aan de Waddenzee. Bij een dijkdoorbraak zal een flink deel van de provincie overstromen.
– Door de gaswinning is de bodem van de provincie flink gedaald. Bij een overstroming zal daardoor het waterpeil hoog zijn in een groot gebied.
– De energiecentrale in de Eemshaven is zeer belangrijk voor de Nederlandse stroomvoorziening.
– Vanwege de bescherming van de gaswinning waar Nederland in mindere mate nog steeds van afhankelijk is. 



Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 6
c Niet per se, je kunt ook de rivier meer ruimte geven en zorgen voor voldoende berging en retentie in het landschap. 

Slide 21 - Tekstslide