1.2 De mens in het landschap

1.2 De mens in het landschap
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1.2 De mens in het landschap

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De mens grijpt in
► Al vanaf de vroege middeleeuwen invloed op loop van rivieren door menselijk handelen:
- het bouwen van dijken.
- dijkverzwaring: dijken worden verhoogd en verbreed.

Het dwarsprofiel van een rivier in Nederland bestaat uit:
- zomerdijk
- uiterwaard
- (hogere) winterdijk

Het gebied tussen de rivier en de dijk ligt buitendijks en noem je uiterwaarden.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De mens grijpt in

 In de zomer en in het najaar blijven de Rijn en zijn zijtakken meestal in het zomerbed (het gebied tussen de zomerdijken).

- Bij de hoge afvoeren in de winter en in het voorjaar stroomt het water in de uiterwaarden.
- Het winterbed of het buitendijkse gebied ligt tussen beide winterdijken.
- Binnendijks gebied (‘ het veilige land’) wordt beschermd tegen het rivierwater door de winterdijken.

Slide 6 - Tekstslide

De mens grijpt in
Kribben werden aangelegd om de stroomsnelheid in de rivier te vergroten.
- riviergeul slibt minder snel dicht.
- vaargeul blijft op voldoende diepte bij laag water.
● Sinds bedijkingen kan rivier sediment alleen nog buitendijks in de uiterwaarden neerleggen 
- hogere uitwaarden 
- minder waterbergend vermogen 
- sneller overstromingen.
Maatregelen om waterbergend vermogen te vergroten:
- afgraven uiterwaarden
- verlagen zomerdijken                           - verlagen kribben

Slide 7 - Tekstslide

Kribben

Slide 8 - Tekstslide

 Ruimte voor de rivier

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dijken versterken
  1. Bij hoogwater treedt een rivier buiten zijn oevers-> sediment dat de rivier meevoert, wordt afgezet in de uiterwaard.
  2. Uiterwaarden worden hoger (tot enkele meters in een paar honderd jaar.
  3. Binnendijks gelegen land wordt lager door ontwatering.
  4. Door inklinking en opslibbing wordt het hoogteverschil tussen het binnendijkse en buitendijkse land versterkt.

Slide 12 - Tekstslide

Krib
Dijkverhoging
Terp

Slide 13 - Sleepvraag

Binnen- en buitendijkse gebieden
Buitendijkse maatregelen
1. Rivierbedverruiming
2. Rivierbedverdieping
3. Uiterwaardvergraving
4. Nevengeul
5. Kribverlaging
6. Dijkverlegging
7. Obstakelverwijdering

Binnendijkse maatregelen
8. Retentiebekken
9. Noodoverloopgebied

Slide 14 - Tekstslide

Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.

Slide 15 - Tekstslide

Regiem: invloed van menselijk handelen
Door ingrepen van de mens is het regiem onregelmatiger geworden.
● De stroomgebieden van de Rijn en de Maas zijn meer bebouwd en minder bebost.
- De sponswerking van de bodem is kleiner  er is minder vegetatie om water vast te houden.

● Door ontbossing stroomt er meer water rechtstreeks over het oppervlak af. Ook verstening leidt tot snellere afstroming.
● Door kanalisatie zijn de stroomstelsels van de Rijn en de Maas sterk verkleind water stroomt sneller en in een keer stroomafwaarts.




Slide 16 - Tekstslide

Kanalisatie
Het recht trekken van de meanders om de bevaarbaarheid van de rivier te verbeteren.

Maar: 
daardoor neemt de lengte van de rivier af en kan het water zich niet meer over een groter oppervlak verspreiden. Bij hoog water...

Slide 17 - Tekstslide

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

Door verstening zal de vertragingstijd afnemen en de piekafvoer groter worden.


Slide 18 - Tekstslide

Regiem: invloed van menselijk handelen

● Kortere tijd tussen het moment van neerslag in het stroomgebied en stijging van waterpeil in de rivier leidt tot afname vertragingstijd.
Ingrepen door ontbossing, verstening of kanalisatie zorgen voor verhoogde en versnelde piekafvoer.

Slide 19 - Tekstslide

Vertragingstijd
De tijd tussen de piek van een regenbui en de piek in afvoer

  • Hoe groter de verstedelijking hoe....korter/langer de vertragingstijd?
  • korter! Door verstening stroomt water sneller de rivier in. Minder begroeiing is een mindere sponswerking van de bodem.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Zelfstandig werken 

Maken van  par. 1.2 volgende opdrachten:
1, 2, 3,4,

timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Deltawerken
►De Watersnoodramp in 1953 was de laatste grote overstroming vanuit zee in Nederland.
● Bescherming zuidwesten van Nederland:
- verhoging dijken
- aanleg Deltawerken
Ook eerder aangelegde waterkeringen zoals de Afsluitdijk hebben als functie water tegen te houden.
De Oosterscheldekering is dicht 
tijdens storm Corrie, 31 januari 2022.


Slide 23 - Tekstslide

1953 Watersnoodramp 
=> Deltawerken

Slide 24 - Tekstslide

Bodemdaling
► Bodemdaling heeft verschillende oorzaken:
● Dijken houden water tegen, maar zorgen er ook voor dat er alleen nog in de uiterwaarden sedimentatie plaats vindt en niet meer daarbuiten.
- Grondwater in de polders wordt al honderden jaren uit veen en zeeklei weggepompt  ontwatering 
- bodemdeeltjes komen dichter bij elkaar te liggen (inklinking) 
 - de bodem van het klei- en veengebied zakt in en het veen droogt uit door de ontwatering, waardoor het krimpt (veenoxidatie).
● Ook door de aardgaswinning dalen delen van Nederland, vooral in Noord-Groningen.



Slide 25 - Tekstslide

Verzilting
►Zout kwelwater vanuit de Noordzee zorgt in kustgebieden voor verzilting van laaggelegen polders.
● Nadelige effecten voor landbouw en drinkwatervoorziening door:
- bemaling van polders  zout water steeds meer aan de oppervlakte.
- zout water vanuit zee dringt rivieren binnen

Slide 26 - Tekstslide

Watergebruik en verdroging
► Toenemend (grond)watergebruik door:
-landbouw
-industrie
-huishoudens
-drainage en ontwatering


Door grondwateronttrekking daalt de grondwaterspiegel verdroging.


Slide 27 - Tekstslide

Watergebruik en verdroging
● Het meeste zoete water wordt gebruikt als drinkwater.
● Drinkwater in industrie en landbouw wordt gebruikt voor:
- het wassen van flessen of groenten
- het oplossen van stoffen en zuren
 (chemische industrie)
- drinkwater voor dieren
- reinigingswater


Slide 28 - Tekstslide

Watergebruik en verdroging
● Ongezuiverd of deels gezuiverd water wordt gebruikt voor:
- irrigatie van de landbouw
- proceswater in de industrie
- koelwater in elektriciteitscentrales
● Watertekort heeft negatieve gevolgen voor de natuur :
- verdroging
- toevoer van water uit andere gebieden  gebied wordt voedselrijker  -           oorspronkelijke begroeiing verandert of verdwijnt.


Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken 

Maken van  par. 1.2 volgende opdrachten:
5,6,7,8,

timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide