week 39 online les complemento directo

Buenos días
Martes, 22 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
  • complemento directo
  • repetir verbos e-->ie
  • practicar y trabajar
SO naar week 41 (dinsdag 6 oktober)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
Martes, 22 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
  • complemento directo
  • repetir verbos e-->ie
  • practicar y trabajar
SO naar week 41 (dinsdag 6 oktober)

Slide 1 - Tekstslide

El objeto directo
Wat is een lijdend voorwerp?



ej. Compro un libro para Juan.
het antwoord op de vraag wie of wat + persoonsvorm
el libro = het lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord.
Net als in het Nederlands kan je het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 

Ik koop een boek voor Juan. - Ik koop het voor Juan. 
Compro un libro para Juan.  - Lo compro para Juan.

Slide 3 - Tekstslide

Los pronombres de objeto directo
                      mannelijk          vrouwelijk
enkelv.               lo                           la
meerv.               los                         las

Slide 4 - Tekstslide

Plaats van de persoonlijke voornaamwoorden. 
- De persoonlijke voornaamwoorden staan voor de persoonsvorm

vb:  Uso todos los días el ordenador. - Lo uso todos los días. 

- De ontkenning komt voor lo/la/los/las.
vb: No uso el portátil. - No lo uso. 

Slide 5 - Tekstslide

Módulo página 22
Hacemos juntos el ejercicio:

1. ¿Dónde están las patatas?                - Pues, yo no ___ tengo. ¿____ tienes tú?
2. ¿Compras tú la tarta para la fiesta? - Sí, ____ compro en la pastelería.
3. ¿Compramos los huevos aquí?         - No, so  muy caros. ____ compramos 
                                                                 en el mercado.
4. ¿Cómo quieres el té, con limón?      - Pues ___ prefiero con leche. 

Slide 6 - Tekstslide

Módulo página 22
1.7 uitwerkingen

  1. las, las
  2. la
  3. los
  4. la


Slide 7 - Tekstslide

verbos e--> ie

Slide 8 - Tekstslide

uitwerking opdracht G.
  1. quieres
  2. quiero
  3. preferís
  4. prefiero
  5. cierra
  6. entienden
  7. empezamos
  8. piensa

Slide 9 - Tekstslide

Portafolio
Je kunt nu zelfstandig aan de slag.
  • Kijk de odprachten na (in de volgende sheets vind je de uitwerkingen). Noteer eventuele vragen voor de volgende les. 
  • Ga daarna aan de slag met je portfolio. Zie je module op pagina 28. Probeer zelf de teksten te lezen. Zoek niet teveel op maar probeer de grote lijnen te begrijpen. 
  • Je levert je portfolio volgende week in via magister. Nadat het is nagekeken krijg je nog 1 kans om het te verbeteren. 

Slide 10 - Tekstslide

uitwerkingen 1.6
A. 
1. una bolsa de magdalenas
2. una botella de agua mineral
3. una lata de sardinas
4. un paquete de café
5. una bolsa de patatas
6. una bolsa de croquetas
7. un paquete de mantequilla
8. una botella de coca cola

Slide 11 - Tekstslide

uitwerkingen 1.6
B.
un kilo de filetes
cien gramos de jamón
medio litro de leche
dos kilos de patatas
doscientos cincuenta gramos de queso
un kilo y medio de sardinas
dos barras de pan
medio kilo de manzanas (of mandarinas)

Slide 12 - Tekstslide

uitwerkingen 1.6
C. De volgende combinaties zijn goed:
una lata de sardinas/ de aceite
una botella de vino/de agua mineral /de aceite
un paquete de café/ de mantequilla
una bolsa de croquetas/ de magdalenas/ 
una barra de pan
un litro de agua mineral/ de aceite/ de vino
medio kilo de sardinas
250 gramos de sardias/ de mantequilla
medio litro de aceite/ de agua mineral/ de vino

Slide 13 - Tekstslide

1.6 uitwerkingen
D. 
1. quería
2. Tiene    -    cuánto quiere
3. cuánto cuestan
4. desea   -    deme
5. eso es todo
6. cuánto es

Slide 14 - Tekstslide