D- toets, tarea 1 (16-9)


Schrijf het woord op in het Spaans. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Schrijf het woord op in het Spaans. 

Slide 1 - Tekstslide

het ei

Slide 2 - Open vraag

de sardientjes

Slide 3 - Open vraag

de melk

Slide 4 - Open vraag

de olijfolie

Slide 5 - Open vraag

het stokbrood

Slide 6 - Open vraag

de ham

Slide 7 - Open vraag

Maak de volgende sleepvraag.

Slide 8 - Tekstslide

medio kilo de
un litro y medio de
una bolsa de
una botella de
un paquete de
cien gramos de
una lata de

Slide 9 - Sleepvraag

Vul het ontbrekende woord in. 

Slide 10 - Tekstslide

¿...................cuesta?

Slide 11 - Open vraag

¿...............desea?

Slide 12 - Open vraag

.....................un kilo de tomates, por favor.

Slide 13 - Open vraag

Zet de dialoog in de goede volgorde.

Slide 14 - Tekstslide

1. 
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Aquí tiene.
¿Cómo los quiere?
Adiós
Son 5 euros con 40.
Sí, dos kilos de patatas. Eso es todo. ¿Cuánto es?
Muy bien. ¿Algo más?
Muchas gracias, adiós.
No muy verdes.
Buenos días, quería un kilo de tomates por favor.

Slide 15 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
e-->ie

Slide 16 - Tekstslide

querer, yo

Slide 17 - Open vraag

preferir, ellos

Slide 18 - Open vraag

cerrar, nosotros

Slide 19 - Open vraag

pensar, tú

Slide 20 - Open vraag

Kies: entender - pensar - cerrar

El supermercado_______(sluiten) a las 19:00.

Slide 21 - Open vraag

Kies: empezar - preferir - querer

El mercado_______(beginnen) a las 7:30.

Slide 22 - Open vraag

Vul het lijdend voorwerp in:
lo/la/los/las

Slide 23 - Tekstslide


Los huevos, ........ compro yo.

Slide 24 - Open vraag


El aceite de oliva, ...... compra José.

Slide 25 - Open vraag


Las manzanas, ..... compramos nostros.

Slide 26 - Open vraag


La mantequilla, ....... compra Carmen.

Slide 27 - Open vraag

* ¿Dónde está una botella de agua?
- _____tengo aquí.

Slide 28 - Open vraag

* ¿Compras tú las magdalenas?
- _____compro yo.

Slide 29 - Open vraag

* ¿Tienes cien gramos de queso?
- Sí, _____tengo aquí.

Slide 30 - Open vraag

* ¿Compras tú un paquete de café ?
- Sí, _____compro yo.

Slide 31 - Open vraag