Het Werkwoordelijk Gezegde





Zinsontleding



Grammatica


Nederlands: Werkwoordelijk Gezegde
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





Zinsontleding



Grammatica


Nederlands: Werkwoordelijk Gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Zinsdelen: werkwoordelijk gezegde 
Na deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht ---, bladzijde ---


Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Leg nu in je eigen woorden uit wat het werkwoordelijk gezegde is

Slide 5 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde

  • Alle werkwoorden uit de zin
  • Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica
Zinsdelen:  onderwerp
Ne deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Zet de zin in een andere tijd. Verleden tijd of tegenwoordige          tijd. 
2. Verander het getal van de zin. Enkelvoud of meervoud. 
3. Maak van de zin een vraag. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Zet de zin in een andere tijd. Verleden tijd of tegenwoordige          tijd. 
2. Verander het getal van de zin. Enkelvoud of meervoud. 
3. Maak van de zin een vraag. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.


Slide 9 - Tekstslide

Nu jij!
Jurre heeft voor zijn verjaardag wel twintig uitnodigingen gestuurd.

Andere tijd:

Ander getal:

Vragend:

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video