In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Quiz
Thema - Criminaliteit
Slide 1 - Tekstslide
Misdrijf, overtreding of asociaal: Voordringen bij de kassa
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Asociaal
Slide 2 - Quizvraag
Stel, je bent overvallen en je durft niet goed meer alleen over straat te gaan. Dat is een voorbeeld van:
A
materiële schade.
B
asociaal gedrag.
C
veelvoorkomende criminaliteit.
D
niet-materiële schade.
Slide 3 - Quizvraag
Een rechtsstaat is een land waar:
A
de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.
B
de rechten van verdachten en gevangenen in wetten geregeld zijn.
C
de rechters de rechten van gevangenen en verdachten bepalen.
D
de politie zich niet aan de wet hoeft te houden.
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld van materiële schade is:
A
’s avonds niet alleen over straat durven.
B
een beschadigde fiets.
C
een opengebroken auto.
D
een extra slot op de achterdeur.
Slide 5 - Quizvraag
Een groep jongens met een paar biertjes op daagt een aantal voorbijgangers uit om te gaan vechten.
A
Groepsdruk
B
Alcohol of drugs
C
Spijbelen en schooluitval
D
Biologische factoren
Slide 6 - Quizvraag
Iktar heeft geblowd en besluit de banden lek te stelen van een auto van de buurman die altijd zeurt over het lawaai van zijn scooter.
A
Groepsdruk
B
Alcohol of drugs
C
Slechte opvoeding
D
Biologische factoren
Slide 7 - Quizvraag
Johan heeft net verkering. Hij besluit om geen fietsen meer te gaan stelen omdat hij bang is dat zijn vriendin het dan zal uitmaken.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Gelegenheidstheorie
Slide 8 - Quizvraag
Erik wordt betrapt op het stelen van een blikje Red Bull. ''Iedereen heeft dit wel eens gedaan, dus het is niet erg''.
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 9 - Quizvraag
Welke theorie is dit voorbeeld van toepassing: "Robin heeft geleerd om eerst te slaan, en dan pas vragen te stellen. Dat heeft hij geleerd van zijn broer"
A
Aangeleerd gedragstherapie
B
Anomiettheorie
C
Bindingstheorie
D
Etikettentheorie
Slide 10 - Quizvraag
Een verdachte
A
heeft altijd iets strafbaars gedaan
B
heeft geen rechten
C
wordt altijd veroordeeld
D
is misschien schuldig
Slide 11 - Quizvraag
De politie heeft het vermoeden dat er een wietplantage op zolder is. Ze besluiten om zomaar het huis te doorzoeken. Is dit toegestaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
De officier van justitie vindt dat de verdachte genoeg is gestraft en besluit de verdachte niet verder te vervolgen. Hoe noem je dit?
A
Staking
B
Strafvermindering
C
Seponeren
D
Strafbeschikking
Slide 13 - Quizvraag
Welke 3 mogelijkheden heeft de officier van justitie bij een zwaar misdrijf?
A
Halt-straf, bekeuring of een proces verbaal opstellen
B
de officier van justitie heeft geen mogelijkheden
C
Fouilleren, arresteren of je huis doorzoeken
D
Seponeren, strafbeschikking of de verdachte vervolgen
Slide 14 - Quizvraag
Welke van de volgende besluiten van de rechter is een maatregel?
A
Hechtenis
B
TBS
C
Taakstraf
D
Geldboete
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een bijkomende straf?
A
Geldboete
B
Taakstraf
C
Rijbewijs inleveren
Slide 16 - Quizvraag
Iemand komt het meest in aanmerking voor tbs als hij: