Ontdek de schaal: Een les over schaalverhoudingen

Ontdek de schaal: Een les over schaalverhoudingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de schaal: Een les over schaalverhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als we de schaal berekenen, dan begint de schaal altijd met
1 : ...
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schaal?
timer
0:15
A
verkleining van de werkelijkheid
B
vergroting van de werkelijkheid
C
verhouding tussen de kaart en het werkelijkheid
D
een kopie tussen de kaart en het werkelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De schaal van het model van de motor is 1:18.

Wat betekent de schaal?
A
1 cm in het model is 18 cm in het echt
B
1 cm in het echt is 18 cm in het model
C
1 cm in het model is 11,5 cm in het echt
D
18 cm in het model is 1 cm in het echt

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met schaal.

Wat betekent schaal 1 : 100
A
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 cm
B
100 cm in de tekening is in werkelijkheid 1 cm
C
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 m

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de schaal?
A
1 : 2,5
B
1 : 250
C
1 : 25000
D
1 : 250000

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de schaal?
A
1 : 4
B
1 : 25
C
1 : 40
D
1 : 250

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de schaal?
A
6 : 150
B
1 : 4
C
1 ,5 : 6
D
1 : 40

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je schaalverhoudingen begrijpen en toepassen in verschillende contexten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over schaalverhoudingen?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is schaal?
Schaal verwijst naar de verhouding tussen de afmetingen van een model en het werkelijke object.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten schaalverhoudingen
Er zijn drie soorten schaalverhoudingen: vergrotingsschaal, verkleiningsschaal en natuurlijke schaal.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal berekenen
Om de schaal te berekenen, deel je de modelafmetingen door de werkelijke afmetingen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen van schaalverhoudingen
Schaalverhoudingen worden gebruikt in kaarten, blauwdrukken, modellen en diverse ontwerptoepassingen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal in kaarten
In kaarten helpt schaal bij het bepalen van de werkelijke afstanden op basis van de kaartafmetingen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische oefening
Laat de studenten een eigen schaalmodel maken van een bekend object, zoals een gebouw of voertuig.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie en evaluatie
Bespreek met de studenten hoe schaalverhoudingen in hun eigen omgeving kunnen worden toegepast en evalueer hun begrip van de lesstof.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.