3h - H5 Migratie - Herhalingsles

H5 - migratie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 - migratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al 
over migratie?
Betekenis migratie
Migratie betekent verhuizen of verplaatsen. Mensen migreren bijvoorbeeld om in een ander land te gaan werken. Of omdat zij op de vlucht zijn voor oorlog.

Slide 2 - Woordweb

Woorden zijn belangrijk. Om deze les te doen is het belangrijk dat je dezelfde taal spreekt. Wat bedoelt een leerling als hij/zij het heeft over een migrant of een vluchteling. 
Om je hierbij te helpen hebben we een begrippenlijst gemaakt:

"Er is meer migratie dan ooit"
Waar
Niet waar

Slide 3 - Poll

The vast majority of people continue to live in the countries in which they were born —only one in 30 are migrants.
Elke groep heeft een andere reden om te migreren:
Arbeidsmigranten
Mensenrechtenvluchtelingen
Migratie door gezinshereniging
Sociale redenen
Economische redenen
Politieke redenen

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze gevolgen is een sociaal-cultureel gevolg van migratie voor herkomstgebieden?
A
Een onevenwichtige bevolkingsopbouw
B
Geldzendingen
C
Braindrain
D
Afname werkeloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt iemand met een westerse migratie-achtergrond vandaan? En iemand met een niet-westerse migratieachtergrond?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kettingmigratie is migratie dat het gevolg is van
A
contacten tussen het thuisland-/gebied en reeds gevestigde bewoners
B
het hebben van de juiste contacten om aan huisvesting te komen
C
het beschikken over de juiste informatie om te kunnen migreren
D
het uitwisselen van informatie tussen de overheid en migranten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft migratie te maken met een multiculturele samenleving?
Tip: wat is migratie ook alweer?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

economische migratie
sociale migratie
fysische migratie
politieke migratie

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van alle migratie is binnenlandse migratie?
A
50%
B
63%
C
76%
D
80%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen binnenlandse migratie en buitenlandse migratie?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je een Nederlander met een migratie achtergrond (allochtoon)?
A
Als minimaal een van je ouders in een ander land geboren is.
B
Als je naar het buitenland verhuist bent, maar in Nederland geboren.
C
Als je in Nederland geboren bent
D
als je tijdens het migreren geboren bent

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als eenmaal gestarte migratie leidt tot meer migratie noemen wij dat:

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweede generatie allochtonen zijn in Nederland geboren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sam: 'Mijn vader is geboren in Duitsland, mijn moeder is geboren in Nederland.'
Sam is een...
A
Allochtoon
B
Autochtoon
C
Niet-westerse allochtoon
D
Geen van de antwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan 3 begrippen.
Welk begrip hoort er niet bij en leg uit waarom

multiculturele samenleving - herkomstgebied - acculturatie

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vluchteling is iemand die
A
opzoek is naar een beter leven
B
zijn land heeft verlaten door geweld, oorlog
C
naar een ander land gaat voor werk
D
naar een ander land gaat om te trouwen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt een integratiebeleid in en waarom is het verscherpt?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een asielzoeker?
A
Een vluchteling die in het dierenasiel wil werken
B
Een vluchteling die in Nederland bescherming vraagt
C
Nederlands die zoeken naar een opvang voor hun huisdieren
D
Iemand die zijn land ontvlucht is omdat het er niet veilig is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economisch voordeel van migratie
Economisch nadeel van migratie
Demografisch nadeel van migratie
cultureel gevolg van migratie
geldzendingen
onevenwichtige bevolkings-opbouw
braindrain
braingain
veranderende sociale stratificatie
versnelde modernisering

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Migratie
Verhuizen naar Nederland
Verhuizen uit Nederland naar het buitenland
Mensen vertrekken naar een ander land of regio om daar te gaan wonen
Immigratie
Emigratie
Migratie

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de kaart. Welke twee uitspraken over internationale migratie worden hier bevestigd?

1 De meeste migratie is binnenlandse migratie.
2 De meeste migratie is buitenlandse migratie.
3 Internationale migratie is vaak gericht op buurlanden.
4 Internationale migratie is vaak gericht op andere
werelddelen.

A
1 en 4
B
1 en 3
C
2 en 4
D
2 en 3

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

arbeidsmigrant
vluchteling
migrant voormalige kolonie
gezinshereniging

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ouders van Zara stammen af van gastarbeiders. Zara is een
A
Eerste generatie immigrant
B
Tweede generatie immigrant
C
Derde generatie immigrant
D
Allochtoon

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
De eerste generatie migranten is in het land van herkomst geboren en als
migrant naar Nederland gekomen. De tweede generatie bestaat uit de
kinderen van de eerste generatie. Zij zijn in Nederland geboren.
Westerse migranten zijn migranten met als migratie-achtergrond een land
in Europa (behalve Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, Indonesië en
Japan. 
Welke uitspraak is onjuist?

A
de tweede generatie van de vluchtelingengroepen uit de afbeelding is klein, omdat deze vluchtelingengroepen nog maar kort in Nederland wonen.
B
een aantal migrantengroepen heeft te maken met het koloniale verleden van Nederland.
C
behalve werk is de geografische ligging een belangrijke reden dat er meer Duitsers dan Polen in Nederland wonen.
D
Alle uitspraken zijn juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Braindrain: migratie van ... naar ....
Van centrum naar periferie
Van periferie naar centrum

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

India ontvangt 62 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 3% van het bnp.
Tadzjikistan ontvangt 1,4 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 37% van het bnp.
Dit heeft invloed op de economie van beide landen.
Welke uitspraken zijn juist?
I Tadzjikistan is het minst afhankelijk van geldzendingen want ontvangt slechts 1,4 miljard dollar.
II India is het minst afhankelijk, want geldzendingen zijn slechts 3% van het bnp.

A
I Juist II Juist
B
I Juist II Onjuist
C
I Onjuist II Juist
D
I Onjuist II Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen
Arbeidsmigranten
Internationale studenten

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn nadelen van geldzendingen voor herkomstgebieden
A
Er wordt weinig geproduceerd in eigen land
B
Geld wordt niet goed besteed
C
Afhankelijkheid van geldzendingen
D
Inkomensverschillen kunnen toenemen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt je nog lastig of waar heb je nog moeite mee?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies