In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Even oefenen!
Herhalingsles hst. 5 migratie
Slide 1 - Tekstslide
Leidt een economische crisis in Nederland tot een versterking of verzwakking van het migratienetwerk tussen Nederland en Marokko? Verklaar je antwoord.
Slide 2 - Open vraag
Migratie heeft invloed op de samenstelling van de bevolking in het herkomstgebied. In een bepaald herkomstgebied van migranten is al gedurende meer dan 25 jaar een migratiestroom naar een ander gebied ontstaan. Er is sprake van kettingmigratie. Welke bevolkingsgroep is dan in het herkomstgebied vooral oververtegenwoordigd?
A
Jonge kinderen
B
Vrouwen
C
Mannen tussen de 30 en 50
D
Ouderen
Slide 3 - Quizvraag
India ontvangt 62 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 3% van het bnp. Tadzjikistan ontvangt 1,4 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 37% van het bnp. Dit heeft invloed op de economie van beide landen. Welke uitspraken zijn juist? I Tadzjikistan is het minst afhankelijk van geldzendingen want ontvangt slechts 1,4 miljard dollar. II India is het minst afhankelijk, want geldzendingen zijn slechts 3% van het bnp.
A
I Juist
II Juist
B
I Juist
II Onjuist
C
I Onjuist
II Juist
D
I Onjuist
II Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Welke invloed heeft economische ontwikkeling in arme landen op de migratie vanuit deze landen? Verklaar je antwoord met behulp van de mogelijkheden-aspiratietheorie.
Slide 5 - Open vraag
De woonplaats van migranten in het bestemmingsgebied is niet voor elke groep migranten hetzelfde. Welke uitspraken zijn juist? 1 Arbeidsmigranten wonen vaak in de regio met de meeste werkgelegenheid. 2 Na erkenning wonen vluchtelingen dikwijls in dezelfde wijken als laaggeschoolde arbeidsmigranten. 3 In Nederland wonen kenniswerkers vooral bij de grens met Duitsland en België. Noteer de letter en zet er achter juist/onjuist.
Slide 6 - Open vraag
Bekijk het figuur. Kies bij de cijfers 1 tot en met 3 de juiste woorden.
In Afrika is de welvaart (1) hoger / lager dan in Zuid-Amerika. Daardoor hebben mensen in Afrika (2) meer / minder mogelijkheden om te migreren. Dit verklaart waarom de buitenlandse migratie vanuit Zuid-Amerika (3) kleiner / groter is dan vanuit Afrika.
Slide 7 - Open vraag
Kies de juiste woorden. A Migratienetwerken versterken / verzwakken kettingmigratie. B Migratienetwerken zijn vooral van belang bij binnenlandse / buitenlandse migratie. C Gezinshereniging is een vorm van kettingmigratie / migratienetwerken. Neem de letters over en schrijf er achter het goede woord.
Slide 8 - Open vraag
Bekijk figuur 1. Geef met behulp van het aspiratie-mogelijkhedenmodel een verklaring voor de hoge migratie binnen Europa.
Bekijk de afbeelding. Geef een verklaring voor de hoge migratie binnen Europa.
Slide 9 - Open vraag
Wereldwijd is het aantal binnenlandse migranten veel groter / kleiner dan het aantal buitenlandse migranten.
A
groter
B
kleiner
Slide 10 - Quizvraag
Polen in Nederland horen voornamelijk tot de groep:
A
Arbeidsmigranten
B
Gezinsmigranten
C
Vluchtelingen
D
Asielzoekers
Slide 11 - Quizvraag
Uitspraak van een politicus: ‘Over de hele wereld zijn ongeveer 18 miljoen vluchtelingen. Daardoor is er een grote kans dat Europa wordt overspoeld door een tsunami van migranten.’
Geef twee argumenten, op basis van bron 5, die deze uitspraak tegenspreken.
Slide 12 - Open vraag
Waaraan kun je in bron 21 zien dat er sprake is van een multiculturele samenleving in Duitsland?
Slide 13 - Open vraag
Bekijk bron 11. Dit soort markten worden steeds gewoner in het straatbeeld in westerse landen. Welk begrip past hier het beste bij?