Herhaling H5 - 3H -§2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor gebied is dit,
kijkend naar migratie?
A
vertrekgebied van migranten
B
vestigingsgebied van migranten
C
geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke twee uitspraken over internationale migratie worden op deze kaart bevestigd?

1 De meeste migratie is binnenlandse migratie.
2 De meeste migratie is buitenlandse migratie.
3 Internationale migratie is vaak gericht op buurlanden.
4 Internationale migratie is vaak gericht op andere
werelddelen.

A
1 en 4
B
1 en 3
C
2 en 4
D
2 en 3

Slide 6 - Quizvraag

Noem een economisch gevolg voor de herkomstgebieden.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

India ontvangt 62 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 3% van het bnp.
Tadzjikistan ontvangt 1,4 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 37% van het bnp.
Dit heeft invloed op de economie van beide landen.
Welke uitspraken zijn juist?
I Tadzjikistan is het minst afhankelijk van geldzendingen want ontvangt slechts 1,4 miljard dollar.
II India is het minst afhankelijk, want geldzendingen zijn slechts 3% van het bnp.

A
I Juist II Juist
B
I Juist II Onjuist
C
I Onjuist II Juist
D
I Onjuist II Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Welke soorten migratie en migratieredenen zijn er?
2. Waarom leidt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie?
3. Wat zijn de gevolgen van migratie in herkomstgebieden?
4. Waarom hangt migratie af van aspiraties en mogelijkheden?
5. Kan je het apiraties en mogelijkheden model zelf invullen?


Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden
Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.
Ik kan de vragen beantwoorden, maar als ik een bron of een plaatje moet uitleggen gaat dat nog niet soepel.
Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan
Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Tekstslide