NN6 - H3 - Spreken en gesprekken - overleggen

Wanneer moet je met
iemand
overleggen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wanneer moet je met
iemand
overleggen?

Slide 1 - Woordweb

Lesdoel
Ik kan goed met anderen overleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Overleggen
Als je met andere mensen samenwerkt, moet je overleggen. Je probeert dan samen te beslissen wie wat gaat doen en wanneer het af moet zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Zo overleg je met elkaar

* Luister goed naar elkaar. Laat elkaar uitspreken.
* Maak met elkaar een lijstje van taken die gedaan moeten worden. 
* Vertel een voor een wat je wilt doen. Vertel ook waarom je dat wilt (= een argument). 
* Zorg ervoor dat iedereen ongeveer evenveel doet. 

– Willen sommigen hetzelfde doen? Kies met elkaar de meest geschikte persoon of trek lootjes.
– Is er een bepaalde taak die niemand wil? Beslis met elkaar wie die taak gaat uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn die ook de leukste taak heeft.


Schrijf de afspraken op.

Noteer wanneer de taken klaar moeten zijn.

Slide 4 - Tekstslide

H3 Spreken en gesprekken - overleggen

Slide 5 - Tekstslide

Feedbackformulier
* Iiedereen vult na het overleg zijn eigen feedbackformulier in

Slide 6 - Tekstslide

We hebben goed geluisterd en elkaar laten uitspreken.
Onvoldoende
Matig
Voldoende
Goed

Slide 7 - Poll

Iedereen heeft duidelijk en met argumenten aangegeven waarom hij/zij een taak wilde doen.
Ja
Nee
Het had beter gekund

Slide 8 - Poll

Ik weet nu precies wat mijn taak is!
Ja!
Nee!

Slide 9 - Poll

Ik ben blij dat het weekend is...
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll