burgerlijk procesrecht meeting

Welke zaken behandelt het Gerechtshof?
A
Cassatiezaken
B
Alleen zaken uit huurkoop en huur
C
Hoger beroep uitspraken van de rechtbank en kantonrechter
D
Alle familie beroepzaken
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke zaken behandelt het Gerechtshof?
A
Cassatiezaken
B
Alleen zaken uit huurkoop en huur
C
Hoger beroep uitspraken van de rechtbank en kantonrechter
D
Alle familie beroepzaken

Slide 1 - Quizvraag

Marcel wil van zijn arbeidsovereenkomst af. Naar welke rechter moet hij?
A
de arbeidsrechter
B
de kantonrechter
C
de normale rechtbank
D
ontbindingskamer

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitzondering voor wat betreft de relatieve competentie staat vermeld voor consumentenzaken bij een dagvaardingsprocedure?
A
Altijd bij de rechtbank Den Haag
B
De rechtbank van de eisende consument is ook bevoegd
C
Woonplaats van gedaagde partij bij meer dan 15000 euro
D
De woonplaats van BOL.COM

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een arrondissement?
A
Een plek waar deurwaarders wonen
B
waar de hoge raad zetelt
C
werkgebied van de rechtbank
D
werkgebied van het gerechtshof

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de volgende werkzaamheden is geen ambtelijke taak van de deurwaarder?
A
Het geven van juridisch advies
B
een man gijzelen i.v.m achterstand alimentatie
C
executoriaal beslag op een auto
D
conservatoir beslag op een boot

Slide 5 - Quizvraag

Kim wil Janus Tokkie dagvaarden, maar is bang dat Janus snel zijn dure speedboot verkoopt , zodat er geen geld is voor Kim, welk soort beslaglegging door een deurwaarder kan dit voorkomen?
A
conservatoir beslag
B
executoriaal beslag
C
aanzegging verkoop
D
onroerend beslag

Slide 6 - Quizvraag

wat is een exploot?
A
een stuk waarin een eisende partij iets vordert
B
Een laatste sommatie
C
Een akte vastgelegd e aanzegging door een deurwaarder voor iemand
D
Een dagvaarding

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een toevoeging?
A
Dat je kandidaat notaris wordt
B
Een door een advocaat opgestelde dagvaarding
C
Beslag door een deurwaarder
D
Een systeem waardoor minder bedeelde mensen kunnen procederen

Slide 8 - Quizvraag

wie dient de conclusie van repliek in tijdens een kantonrechtersprocedure?
A
de gedaagde partij
B
de eisende partij
C
De rechter
D
de griffie

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel van de dagvaarding waar je de eis formuleert?
A
teneinde
B
De aanzegging
C
Mitsdien
D
het afschrift

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt een dagvaarding afgesloten?
A
Met de handtekening van de koning
B
met een kostenoverzicht en de handtekening van de deurwaarder
C
Met een stempel van de gedaagde
D
Met de handtekening van de rechter

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor een soort vonnis wordt gewezen indien gedaagde niet ter zitting verschijnt?
A
bonusvonnis
B
gewoon een vonnis
C
een verstekvonnis
D
een dwaalvonnis

Slide 12 - Quizvraag

Wie dient de conclusie van antwoord in tijdens een kantonrechtersprocedure?
A
de gedaagde
B
de eiser
C
de advocaat van de eiser
D
de griffiemedewerker

Slide 13 - Quizvraag

de rechter last een comparitie van partijen. Middels welk vonnis doet de rechter dit?
A
een eindvonnis
B
een tussenvonnis
C
een arrest
D
een tussenuitspraak

Slide 14 - Quizvraag

John wil zijn arbeidscontract laten ontbinden, middels welke procedure moet dit gebeuren?
A
Een hoger beroep
B
Een dagvaardingsprocedure
C
Een verzoekschriftprocedure
D
een Procedure bij de Hoge Raad

Slide 15 - Quizvraag

De verzoek van een verzoekschriftprocedure woont in Utrecht, en de verweerde in Arnhem, welke rechtbank is relatief bevoegd in deze verzoekschrift procedure?
A
Rechtbank Arnhem
B
Rechtbank Utrecht
C
Altijd Rechtbank Den Haag
D
De kantonrechter te Apeldoorn

Slide 16 - Quizvraag

Welke personen kunnen in een verzoekschriftprocedure/echtscheiding een verweerschrift indienen?
A
De eiser en gedaagde
B
De verweerder en belanghebbenden
C
De verzoeker
D
De rechter

Slide 17 - Quizvraag

Hoe wordt een spoedprocedure ook genoemd?
A
Een appel procedure
B
Een vlotte procedure
C
Een kort geding
D
Een snelheidsprocedure

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de hoofdregel van art. 150 Rv v.w.b het bewijs?
A
De gedaagde heeft altijd de bewijslast
B
Wie stelt wie bewijst
C
Beide partijen moeten bewijzen

Slide 19 - Quizvraag