Spelling week 2 les 5

Spelling 
week 2, les 5
herhaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling 
week 2, les 5
herhaling

Slide 1 - Tekstslide

noem zo veel mogelijk
's meervoud woorden

Slide 2 - Woordweb

Noem zo veel mogelijk
centwoorden

Slide 3 - Woordweb

Zet het in de tegenwoordige tijd:
wij sloften

Slide 4 - Open vraag

Zet het in de tegenwoordige tijd:
het sneeuwde

Slide 5 - Open vraag

Zet het in de tegenwoordige tijd:
wij bonsden

Slide 6 - Open vraag

Zet het in de tegenwoordige tijd:
het regende

Slide 7 - Open vraag

Noem de categorieën van het woord:
de opa's
A
klankgroepenwoord en zingwoord
B
komma s woord en klankgroepenwoord
C
klankgroepenwoord en komma s meervoud
D
klankgroepenwoord en langermaakwoord

Slide 8 - Quizvraag

Noem de categorieën van het woord:
het celletje
A
centwoord en klankgroepenwoord
B
centwoord, klankgroepenwoord en verkleinwoord
C
centwoord en verkleinwoord
D
centwoord en langermaakwoord

Slide 9 - Quizvraag

Tijd voor het dictee

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf het woord

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het woord

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het woord

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het woord

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het woord

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het woord

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de zin

Slide 17 - Open vraag

Wat is het bijvoegelijk naamwoord in de zin:
De oude opa's zitten bij het riviertje.

Slide 18 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De oude opa's zitten bij het riviertje.

Slide 19 - Open vraag