Het Urinewegstelsel

Het urinewegstel

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het urinewegstel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is de functie van de nieren?
Kies het juiste antwoord
A
afvalstoffen uit bloed verwijderen
B
regeling van de bloeddruk
C
alle antwoorden zijn juist
D
regeling van water- en zoutenhuishouding

Slide 3 - Quizvraag

Wat is filtratie?

Slide 4 - Woordweb

Wat wordt er in de nierschors en niermerg voornamelijk gedaan door de nier?
A
Bloed opgenomen
B
Bloed gefilterd
C
Bloed afgestaan
D
Bloed getransporteerd

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel % van het bloed dat het hart uitpompt gaat naar de nieren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
1%

Slide 6 - Quizvraag

Is homeostase 1 van de taken van de nieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Via de nierslagader wordt het zuurstofarm en nog niet gezuiverde bloed naar de nier toegevoerd.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

In Nierbekken vindt filtering plaats
Uiteindelijk productie urine

A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

De nieren worden omgeven door
A
nefronen
B
slijmlaag
C
hoornlaag
D
dikke vetlaag

Slide 10 - Quizvraag

Deze vetlaag is er om de nieren te ondersteunen en te beschermen tegen schokken en stoten.

A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 12 - Quizvraag

Door welk orgaanstelsel worden afvalstoffen uit het lichaam gewerkt?
A
urinewegstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
circulatiestelsel
D
spijsverteringsstelsel

Slide 13 - Quizvraag

De blaas hoort bij de...
A
Spijsverteringskanaal
B
Urinewegstelsel
C
Voortplantingsstelsel
D
Voortplantingsstelsel en urinewegstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een taak van de nieren?
A
besturen van het urinewegstelsel
B
verwarmen van het bloed
C
uitscheiden van afvalstoffen
D
doorgeven van elektrische prikkels

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 16 - Quizvraag

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer water en elektrolyten worden vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine/aldosteron) (RAAS systeem) en neemt de productie van het ADH toe

Slide 17 - Tekstslide

Wat is dehydratie?

Slide 18 - Woordweb

Benoem verschijnselen die te observeren zijn bij dehydratie

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide