Het Urinewegstelsel

Urinewegstelsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Urinewegstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de nieren?
Kies het juiste antwoord
A
afvalstoffen uit bloed verwijderen
B
regeling van de bloeddruk
C
alle antwoorden zijn juist
D
regeling van water- en zoutenhuishouding

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de nieren
Functies van de nieren in het kort
  1. Vorming van urine (diurese); afvoeren van afvalstoffen
  2. Binnen grenzen houden van vocht en elektrolyten, de pH en de bloeddruk 
  3. Productie van hormonen en vitaminen, zoals:
het hormoon EPO (erytropoëtine), dat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen te maken.
vitamine D. De nier zet vitamine D uit de huid om in de actieve vorm (vitamine D3). Dat zorgt voor meer calcium in het bloed
4. Speelt een rol bij de bloeddruk regulatie middels ADH en Aldosteron (zijn ook hormonen)

Slide 3 - Tekstslide

De belangrijkste elektrolyten van het menselijk lichaam zijn natrium, chloor, calcium, fosfor, magnesium en kalium. Voor elk van deze zijn er bloedconcentratiewaarden vastgesteld die we als normaal kunnen beschouwen, bijvoorbeeld:
Bij kalium variëren de normale waarden tussen 3,5-5,3 mEq/L.

Aldosteron is een steroïdhormoon dat wordt geproduceerd in de bijnier, meer precies in de zona glomerulosa, de buitenste laag van de bijnierschors. Aldosteron behoort tot de zogenaamde mineralocorticoïden. Het speelt een belangrijke rol in het handhaven van de bloeddruk.
Natrium heeft normale waarden tussen 136-145 mEq/L.
Voor chloor ligt het tussen 97-107 mEq/L.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % van het bloed dat het hart uitpompt gaat naar de nieren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
1%

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefronen
  • Liggen in nierschors en niermerg 
  • Functionele eenheid van de nier -> Filteren het bloed en maken urine
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afvalstoffen toegevoegd aan de urine
  • Bilirubine is het afbraakproduct van het hemoglobine (HB)
  • Urinezuur is een afbraakproduct van de cellen (stofwisseling)
  • Ureum is het afbraakproduct van eiwit
  • Creatinine is het afbraakproduct van spierweefsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter voorurine wordt er per 24 uur geproduceerd?
A
160
B
170
C
180
D
190

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiervan blijft maar zo'n 1,5 Liter urine over die je uitplast, voorurine bestaat uit 99 % water, en dat wordt bijna allemaal geresorbeerd !

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOLUME REGULATIE

Slide 17 - Tekstslide

De hypofyse stuurt het hormoon ADH op het juiste moment in de juiste hoeveelheid naar de nieren. ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. Het zorgt ervoor dat de nieren voldoende water vasthouden en niet te veel water loslaten. ADH heeft ook een vaatvernauwende werking. Samen met het bijnierschorshormoon aldosteron regelt het de hoogte van de bloeddruk.

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer vocht er wordt vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij veel vochtverlies daalt de bloeddruk
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine/aldosteron) (RAAS systeem) en neemt de productie van het ADH toe
  • Bij een te hoge bloeddruk  wordt het ADH geremd

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegen
  • Urineleider
  • urineblaas
  • urinebuis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegen
  • urineleiders; overbuggen 30 cm van nier naar blaas
  • urineblaas; slaat eindurine op, grootte varieert van tennisbal tot voetbal (overvulling0
  • urinebuis ; verbind de blaas met de buitenwereld. Vrouwen 2,5-3 cm lang, mannen 18-20 cm lang. Rondom een externe met de wil aanstuurbare kringspier.
  • blaasreflex en plassen; aangestuurd door hersenstam, blaasspier trekt samen, kringspier rond urinebuis gaat open. Ophouden van de plas blaasspier ontspant en sluitspier kringspier rond urinebuis.
  • Blaaswand reksensoren; druk door blaasvulling, wordt doorgegeven aan hersenstam, bewustwording, zelf toestemming geven

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen urinewegstelsel
  • urineweginfectie
  • pyelonefritis
  • nierinsufficiëntie (accuut nierfalen); lage bloeddruk, exogene toxinen(gifstoffen van buitenaf bijv. ab), endogene toxinen (door het lichaam zelf gevormd, bijv. afbraak spierweefsel)
  • Chronisch nierfalen; klachten als nieren nog maar 25 % werken( auto-immuunziekten)
  • Nierstenen
  • tumoren; Blaascarcinoom, niercelcarcinoom

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies