Meervoudsvormen -s

Meervoudsvormen -s 
H4 Spelling 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meervoudsvormen -s 
H4 Spelling 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik:
Wat zijn ook alweer de regels bij meervouden op -en?

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk een woord dat geen meervoud op -en heeft

Slide 3 - Open vraag

Theorie 
De vorige les hebben we het gehad over de meervoudsvormen op -en, maar er zijn ook veel zelfstandige naamwoorden met een meervoud op -s. 

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk zelf twee woorden een met meervoud op -s en een met -'s

Slide 5 - Open vraag

Zo maak je een meervoud op -s: 
1. Veel woorden die op een a, e, i, o, u of y eindigen, krijgen een -'s. De apostrof is nodig, omdat het woord anders verkeerd wordt uitgesproken. vb. agenda-agenda's, foto-foto's. 

2. Dit geldt ook voor afkortingen (-'s): azc's, dvd's, vwo's etc. 

3. Je schrijf een -s achter het enkelvoud: bezem- bezems, hengel-hengels. Ook bij woorden als cafés, essays, milieus, bureaus en advertenties kan de -s er gewoon aan vast, omdat dit niet tot een verkeerde uitspraak kan leiden. 

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud- accu
A
Accu's
B
Accuus
C
Accus

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud- niveau
A
Niveaus
B
Niveau's

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud- etui
A
Etui's
B
Etuis

Slide 9 - Quizvraag

Bedenk bij alle meervoudsvormen een woord. Dus een woord met meervoud -en, -eren, -s en -'s.

Slide 10 - Open vraag