H4.8 Woordsoorten les 1

4.8 Woordsoorten les 1
Klascode

lqlct
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.8 Woordsoorten les 1
Klascode

lqlct

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt het onbepaald voornaamwoord benoemen.
- Je kunt het betrekkelijk voornaamwoord benoemen.
- Je kunt het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent benoemen.
Klascode

lqlct

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

Rondbazuinen

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

Opdrachten H4.7 1,2,3,4 en 8


Toetsen:
7 mei: SO afrondende SO Grammatica
28 mei: boekopdracht 3 (mindmap) inleveren.





Slide 4 - Tekstslide

Start les. 
28 mei boekopdracht inleveren:


Een D-boek (Young adult) óf een volwassen boek. 

In combinatie met de andere boeken:
  • Één vertaling
  • Één novelle


timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen woordsoorten
lw
bn zn
vz
kww hww zww
av
ovw
btv
bw

Slide 6 - Tekstslide

Een reclametekst vertalen is een kunst die niet iedereen beheerst.

Slide 7 - Open vraag

Een foutje is snel gemaakt, wat de verkoop behoorlijk kan beïnvloeden

Slide 8 - Open vraag

Theorie 
Een onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt: 
Niemand, iedereen, men, je, menigeen, het, iets, zoiets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e) 

Slide 9 - Tekstslide

Drie uitzonderingen: 
1. Het woord je is een onbepaald voornaamwoord als het 'men' betekent: moeilijkheden kan je maar beter vermijden. 
2. Het woord wat is een onbepaald voornaamwoord als het 'iets' betekent: neem jij ook wat mee naar het feest? 
3. Het woord het is een onbepaald voornaamwoord als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft: 
Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

1. Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin, gescheiden door komma's:
Men wist daar niets van.

Slide 12 - Open vraag

2. Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin, gescheiden door komma's:
Hij zag iets wat de rest niet zag.

Slide 13 - Open vraag

3. Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin, gescheiden door komma's:
Mag ik ook iets?

Slide 14 - Open vraag

Betrekkelijk vnw
Een betrekkelijk voornaamwoord wijst terug naar het antecedent: een woord of groepje woorden dat al eerder is genoemd. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: dat, die, wie, waar, dat

Het meisje dat in de rij staat, is Lotte.

Slide 15 - Tekstslide

Betrekkelijk vnw
Wie en wat verwijzen als betrekkelijk voornaamwoord terug op een antecedent. Soms echter zit het antecedent als het ware opgesloten in wie en wat.

Wie dat doet, is een stommeling
Wat hij zei, klinkt redelijk.


Slide 16 - Tekstslide

Betrekkelijk vnw
Dat is een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent.

Je kunt het vervangen door degene die of dat wat.
Dat wat hij zei, klinkt redelijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Huiswerk

Opdrachten  H4.8 1,2,5,6,7,8,9


Toetsen:
7 mei: SO afrondende SO Grammatica
28 mei: boekopdracht 3 (mindmap) inleveren.





Slide 19 - Tekstslide

Presentaties


14 mei 2024
Annelie, Jesse, Romée
Kunstmatige intelligentie
17 mei 2024
Dewi en Marit
Kabinetscrisis
17 mei 2024
Darshan en Joël
Jeroen en Dylan












Slide 20 - Tekstslide