1A + 1E woensdag 23 maart 3.5 I

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
1. 15 minuten lezen
2. Hoofdstuk 3.5; uitleg en opdrachten maken
3. Korte woorden overhoring
4. Lesafsluiting

Lesdoel: aan het einde van de les kan ik de betekenis van de helft van de woorden van paragraaf 3.5 benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

15 minuten lezen
Lees tenminste 7 pagina's.
Lees stil, laat je klasgenoten ook rustig lezen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar zijn we ook alweer?
Schrijftoets hebben jullie gemaakt.  
Vanaf vandaag: 
1. paragraaf 3.5: Woorden
2. paragraaf 3.7: Grammatica
3. paragraaf 3.8: Spelling

Toets: donderdag 7 april

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een tegenstelling?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de tegenstellingen van:
1. Sociaal
2. Aardig
3. Slipzool
4. Geloofwaardig

Slide 8 - Tekstslide

1A

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de tegenstellingen van:
1. Aardig
2. Verdrietig
3. Hard
4. Licht
5. Zwaar

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag:
Maak opdracht 1 t/m 10. 
Je hebt 20 minuten, zorg dat alle opdrachten af zijn. 
Je mag samenwerken, maar praat zachtjes. 

Als je dit al af hebt, maak dan zinnen in je schrift met de woorden uit de woordenlijst. 
Als je dat ook af hebt, heb ik een andere opdracht voor je. 
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefen de woorden
Leg je hand op de betekeniskolom. 
Overhoor jezelf. 
Doe dit vervolgens met je buurman/buurvrouw.
Herhaal de woorden die nog niet helemaal goed gaan. 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Huiswerk: leer de woorden in de woordenlijst van paragraaf 3.5.
Je moet de betekenis goed kennen! Morgen een quizzz. 

Slide 13 - Tekstslide

Klassikale oefening 1A
Maak 5 zinnen in je schrift. 
Per zin gebruik je een van de volgende woorden:
1. De oorzaak
2. De neiging hebben om
3. Onvoorspelbaar
4. Gespannen
5. Aarzelen

Slide 14 - Tekstslide

Klassikale oefening 1E
Maak 5 zinnen in je schrift. 
Per zin gebruik je een van de volgende woorden:
1. Effectief
2. Ervaren
3. Immers
4. De aanleiding
5. Gevleid

Slide 15 - Tekstslide