Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Talent hfdst. 3.5 Woorden 1KGT
Lesdoel
Je leert betekenissen van 12 onbekende woorden
wat tegenstellingen zijn.
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoel
Je leert betekenissen van 12 onbekende woorden
wat tegenstellingen zijn.
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag !
1.
Maak eerst de opdrachten ( in je Talent boek) van hoofdstuk 3.5 Woorden: opdracht 1 t/m 10 (1 tot en met 5 moest je al in de klas afhebben)
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent het woord
aanleiding?
A
doeltreffend, met de bedoelde uitwerking
B
jaloers
C
waar je bang van wordt
D
de reden, de oorzaak
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent het woord
afgunstig?
A
voelen, beleven, meemaken
B
jaloers
C
extreem, heel erg
D
vereerd of trots
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het woord
beangstigend?
A
zenuwachtig
B
de ziekelijke angst
C
waar je bang van wordt
D
doen alsof het er niet is.
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent het woord
effectief?
A
toch, namelijk
B
heel erg, uitzonderlijk
C
doeltreffend, met de bedoelde uitwerking
D
stralend glimlachen
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent het woord
ervaren?
A
niet doen, niet accepteren
B
1 sterk, hecht 2 smal, krap 3 precies
C
voelen, beleven, meemaken
D
zorgen dat het niet gebeurt
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord
extreem?
A
heel erg, uitzonderlijk
B
ondertussen
C
ook al, ondanks het feit dat....
D
zenuwachtig
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent het woord
fobie?
A
gebeuren
B
angst
C
zonder na te denken, zoals het in je opkomt
D
stralend glimlachen
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent het woord
gevleid?
A
vereerd of trots
B
kijken of het klopt, controleren
C
uitzonderlijk, waar er maar één van is
D
het kunnen van iets, de kracht
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het woord
glunderen?
A
stralend glimlachen
B
kijken of het klopt, controleren
C
zorgen dat het niet gebeurt
D
maken
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het woord
immers?
A
vereerd, trots
B
toch, namelijk
C
heel erg, uitzonderlijk
D
ondertussen
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het woord
hoewel?
A
ook al, ondanks het feit dat
B
doeltreffend, met de bedoelde uitwerking
C
toch, namelijk
D
doen alsof het er niet is
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent het woord
inmiddels?
A
toch, tamelijk
B
ondertussen
C
ondertussen
D
de reden, de oorzaak
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een tegenstelling?
A
Iets wat hetzelfde betekent
B
Je schrijft hetzelfde, maar andere betekenis
C
Iets wat het tegenovergestelde is
D
Iets wat hetzelfde geschreven is
Slide 15 - Quizvraag
Noem het tegengestelde van nerveus?
A
zenuwachtig
B
ondertussen
C
ontspannen
D
de reden, de oorzaak
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent
D
vlug en gauw
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van afgunstig?
A
Gul
B
verheugd
C
blij
D
afgrijselijk
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van weigeren?
A
erkennen
B
toestaan
C
blij
D
negeren
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
3.5 Woorden klas 1 mavo
Januari 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
bespreken toets hoofdstuk 3
Juli 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
K1 - Woorden - H3- les 1
Augustus 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
K1 - Woorden - H3- les 1
23 uur geleden
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
K1 - Woorden - H3- les 1
September 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woorden 3.5 2
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
provoo les 3
November 2019
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
13 toetsvoorbereiding H3
Augustus 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1