Formuleren - H2

Wat gaan we doen vandaag?
Eerst: wat opdrachtjes nakijken & bespreken.

Daarna: Formuleren H2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
Eerst: wat opdrachtjes nakijken & bespreken.

Daarna: Formuleren H2

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren H1 (blz. 32)
Opdracht 3.

Schrijf de tekst opnieuw, maar nu met leestekens en hoofdletters. 

Typ jouw tekst eens in de chat! (voorlezen mag ook) 

Slide 2 - Tekstslide

Formuleren H1 (blz. 32)
Waarom is vriendschap goed voor de gezondheid? Het antwoord op die vraag is simpel. Tijd doorbrengen met je vriendinnen heeft effect op je lichaam, omdat je serotonine aanmaakt. Doordat je dankzij die stof depressies voorkomt, zit je goed in je vel. Samen zijn met vrienden is even belangrijk voor je gezondheid als sporten, want een goede vriendschap maakt je gezonder en minder gestrest. Zou je daardoor ook langer leven?

Slide 3 - Tekstslide

Formuleren H2 (blz. 62-63)

Zelfstandige naamwoorden hebben een geslacht!?

Slide 4 - Tekstslide

Formuleren H2 (blz. 62-63)
Een de-woord of een het-woord
De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk. 
Het-woorden zijn onzijdig. 

Twijfel je?
Klik dan hier 

Slide 5 - Tekstslide

Formuleren H2 (blz. 62-63)

Maar wat moet je nou met die informatie? 

Voor het filmpje, klik hier. 

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren H2 (blz. 62-63)
Wat weten we nu?

Bij mannelijke & vrouwelijke woorden verwijs je met deze en die:
- De kano, deze kano, die kano

Bij onzijdige woorden verwijs je met dit en dat:
- Het cadeau, dit cadeau, dat cadeau

Slide 7 - Tekstslide

Formuleren H2 (blz. 62-63)
Opdrachten 2, 3, 5


Slide 8 - Tekstslide

Vul het juiste verwijswoord in.
De aanvoerder, .... de zilveren bokaal omhooghield, kwam het podium op.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 9 - Quizvraag

Vul het juiste verwijswoord in.
Het shirt ... daar hangt, vind ik wel mooi.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 10 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?

1. Eerst: opdrachten Formuleren H1 nakijken

2. Daarna: aan de slag met opdracht 2, 3, 5, Formuleren H2

3. Kom je er niet uit? Bekijk dan opnieuw het filmpje! 

Slide 11 - Tekstslide