2H - wk 37 - les 2 - wrdnschat

2 havo                                            vrijdag 11-09-2019
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2 havo                                            vrijdag 11-09-2019

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Vorige Nederlands les bij mevrouw van Rumpt

Slide 4 - Tekstslide

Waar ging de vorige Nederlands les over bij Mevrouw Verbeek?

Slide 5 - Open vraag

LEZEN

>> Hoofdzaken
>> Bijzaken
>> Kernzinnen

Verschil?
Welke plaats?
Hoe maak je een schema?
Of een samenvatting?
SCHRIJVEN

>> Zakelijk schrijven
>> E-mail


Verschil formeel/informeel?
Zeg iets over inhoud
Zeg iets over vorm

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet wat er verstaan wordt onder 'een vergelijking'
 Vandaag
Woordenschat H1
Het vergelijken van een object met een beeld



Slide 7 - Tekstslide

Zo klaar als een...
Balen als een...
Zo mager als...
Slapen als een...
Zo koppig als een...
Vechten als een...
ezel
stekker
roos
lat
leeuw
klontje

Slide 8 - Tekstslide

Zo klaar als een...
Balen als een...
Zo mager als...
Slapen als een...
Zo koppig als een...
Vechten als een...
klontje
stekker
lat
roos
ezel
leeuw

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat H1
Pauw > uitstraling?
TROTS


Roos heeft haar havo diploma. 
Ze is daar erg trots op, dus:........
ZE IS ZO TROTS ALS EEN PAUW


Slide 10 - Tekstslide

Vergelijking
* Ow wordt met een beeld vergeleken
* Vorm van beeldspraak = figuurlijke taal; Je denkt aan iets en direct komt een andere gedachte ook op.

>>>>>>> Joris danst zo stijf als een plank.


Slide 11 - Tekstslide

Meneer Wit is zo blij als een.....

Slide 12 - Tekstslide

Vergelijking maken

1. Object --> de werkelijkheid, het onderwerp

2. Beeld --> Je associatie, waar de werkelijkheid op lijkt

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeldjes
– Zijn hoofd (o) lijkt wel een varkenskop (b); er zit zowat geen haar meer op.
– Wat een boom (b) van een kerel (o)!

Slide 14 - Tekstslide

Welke onderwerp = object? Welk beeld? 

Slide 15 - Tekstslide

Welke onderwerp = object? Welk beeld? 
Object
Beeld

Slide 16 - Tekstslide

Debbie
Debbie gaat er vandoor.
Debbie loopt erg hard.

Debbie gaat er als een .... vandoor.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Mk opdr 1 t/m 5 van  woordenschat H1!


timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Groepsopdracht
Werk in groepjes van vier of vijf.

Jullie kennen de uitdrukkingen: zo wit als sneeuw en zo gek als een deur. Nu gaan jullie zelf zulke uitdrukkingen bedenken.

Verzin allemaal één bijvoeglijk naamwoord en verzin er een originele vergelijking mee.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Terugkoppeling opdracht
Wat zijn de mooiste of grappigste uitkomsten?

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat een vergelijking is..

Slide 21 - Open vraag

Welk object wordt met een beeld vergeleken?
'Ik zie er als een berg tegenop.'

Slide 22 - Open vraag

Welk object wordt met een beeld vergeleken?
'Mijn buurman is een boom van kerel.'

Slide 23 - Open vraag

Volgende les..
Heb je gechilld als een koning en ben je zo fit als een hoentje! 

HW: maak opdr. 9

Slide 24 - Tekstslide