Suiker

Suiker
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Suiker

Slide 1 - Tekstslide

Wat is suiker?
 Suiker wordt geproduceerd door planten via fotosynthese. Planten maken suikers zoals glucose en fructose met behulp van zonlicht, water en koolstofdioxide.
Opslag van suiker: De suiker wordt opgeslagen in de verdikte wortel van de plant (bijvoorbeeld in suikerbieten).

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komen we aan suiker?
Suikerriet (70%): Groeit in tropische klimaten, suiker wordt gewonnen uit de stengel.
Suikerbiet (30%): Groeit in gematigde klimaten zoals Nederland, suiker wordt gewonnen uit de wortel.

Slide 3 - Tekstslide

Raffinage van suiker
Wat is raffinage?: Het proces waarbij suikerriet en suikerbieten worden omgezet in witte suikerkorrels.
Stappen in de raffinage:
Suiker onttrekken (sap wordt uit riet of biet gehaald)
Kristallisatie (suiker wordt gekristalliseerd)
Zuiveren en ontkleuren (suiker wordt gezuiverd en ontkleurd)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Melasse
Melasse als bijproduct: Vrijkomende stroperige massa tijdens het raffinageproces.
Rietsuikermelasse: Eetbaar, gebruikt voor het kleuren van roggebrood, in kruidkoek, of als zoetstof in drop.
Suikerbietmelasse: Niet eetbaar, wordt voornamelijk gebruikt in de diervoedingsindustrie.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten Suiker
Vaste suikers:

Witte suiker: De meest gebruikte suikervorm in bakkerijen.
Basterdsuiker: Heeft een lichte melasse-smaak en wordt vaak gebruikt in bakken.

Vloeibare suikers:
Invertsuiker: Een mengsel van glucose en fructose.
Glucosestroop: Een stroperige vloeistof die voornamelijk uit glucose bestaat.
Honing: Natuurlijke suiker die ook enzymen, vitamines en mineralen bevat. Wordt vaak als alternatief voor suiker gebruikt, maar bevat veel fructose en is zoeter dan kristalsuiker.

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw van suikers: Suikers zijn koolhydraten (sachariden) die energie leveren.
Monosachariden: Enkelvoudige suikers (bijv. glucose, fructose).
Disachariden: Twee monosachariden (bijv. sucrose).
Oligosachariden: 2-6 monosachariden.
Polysachariden: Meerdere monosachariden (bijv. zetmeel)

Slide 8 - Tekstslide

Zoetstoffen als alternatief voor suiker

Zoetstoffen: Bevatten minder of geen calorieën en zorgen voor minder stijging van de bloedsuikerspiegel.
Voorbeelden: Aspartaam, Sucralose, Stevia.
Toepassing: Vooral voor mensen met diabetes of als calorievrij alternatief.

Slide 9 - Tekstslide

 Functie van suiker in de bakkerij

Smaak: Suiker maakt producten zoet.
Kleur: Suiker karamelliseert bij verhitting, wat zorgt voor kleur en aroma.
Structuur: Suiker helpt bij het vasthouden van lucht in producten, zoals bij boterdeeg en schuim.
Houdbaarheid: Suiker helpt om producten langer houdbaar te maken door vocht op te nemen en de groei van bacteriën te verminderen.

Slide 10 - Tekstslide

Karamellisatie en Maillardreactie
Karamellisatie: Suiker smelt en karamelliseert bij hoge temperaturen, wat zorgt voor een karakteristieke geur en smaak (bijvoorbeeld in koekjes).
Maillardreactie: Een chemisch proces waarbij suiker en eiwitten reageren, wat zorgt voor kleur en smaak in gebakken producten.

Slide 11 - Tekstslide

Invloed van suiker op bakresultaten

Kristalgrootte:
Kleine suikerkristallen (basterdsuiker) geven een bros en vloeiend resultaat.
Grote suikerkristallen (kristalsuiker) geven een steviger resultaat.
Hygroscopisch: Suiker trekt vocht aan, wat de textuur van het product beïnvloedt (bijv. poedersuiker trekt meer vocht aan dan kristalsuiker).

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Magazine Suiker
Theorieopdracht suiker

Slide 13 - Tekstslide