2.1 - Handel en nijverheid in de Republiek

2.1  - Handel en nijverheid in Republiek 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1  - Handel en nijverheid in Republiek 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de economie in Holland in de late middeleeuwen veranderden waarom dat belangrijk was.

  • Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Markt wordt belangrijker
  • De economie van de Republiek 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Het Oostzeegebied (1)
  • De Republiek had drassige gronden.

  • Boeren gingen zich specialiseren in veeteelt: kaas, boter én vlees. 

  • Maar geen goede grond voor het verbouwen van graan. 

  • Graan en hout moest ergens anders vandaan komen: Oostzeegebied.

Slide 4 - Tekstslide

Het Oostzeegebied (2)
  • Nederlandse handelaren
    trokken met hun schepen naar de Oostzee, de Oostzeevaart = moedernegotie.

  • En namen hun handelswaar mee naar Amsterdam om het daar te verhandelen
    Amsterdam werd de belangrijkste handelsstad. 

  • Hierdoor ontstond de commerciële landbouw. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Economie van de Republiek (1)
  • Nieuwe uitvindingen zoals het fluitschip en windmolens.

  • 1585 Spanjaarden veroveren Antwerpen.  
    Noordelijke Nederlanden blokkeren de Schelde, de handel met Antwerpen ligt stil. 

  • Handelaren, ambachtslieden vluchtten naar Holland en Zeeland: ontstaan van bloeiende handel in Amsterdam. 

Slide 7 - Tekstslide

Economie van de Republiek (2)
  • Alle verscheepte producten werden opgeslagen in pakhuizen en tijdelijk 'opgestapeld'. 

  • Kooplui uit Amsterdam en Antwerpen begonnen hun koopwaar te verkopen op de Amsterdamse stapelmarkt. 

  • Het ontstaan van handelskapitalisme: handel om winst te maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lees paragraaf 1. 

Maak opdracht 3, 4, 5, 7 en 9.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De  VOC 
  • 1602 De oprichting van de VOC. 

  • Handelsmonopolie: VOC mocht als enige handelen met Oost-Indië.

  • VOC mocht forten bouwen, verdragen sluiten met Indische vorsten en oorlog voeren.

  • VOC bouwde verschillende handelsposten. 
     

Slide 11 - Tekstslide

  • Rijke koninkrijken 
  • Stenen gebouwen
  • Handel in luxegoederen met Azië
  • Islamitische godsdienst
  • Geen bezit, grond was gemeenschappelijk
  • Slavenhandel 
Afrika voor de komst van de Europeanen

Slide 12 - Tekstslide

De WIC
  • 1621 oprichting WIC. 

  • Stichten van handelsposten in West-Afrika.
     
  • Stichten van kolonies in Amerika (Suriname en de Antillen).

  • Kaapvaart: kapen van schepen uit Spanje Portugal en Engeland. 

  • WIC was minder succesvol.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Driehoekshandel
  • Ontstaan van de driehoekshandel. 

  • Route 1: Van Europa naar Afrika: Europese goederen verhandelen tegen slaven. 
  • Route 2: Van Afrika naar Amerika: slaven werden verhandeld tegen suiker, tabak en katoen.
  • Route 3:  Van Amerika naar Europa: tabak, suiker en katoen werd verhandeld op stapelmarkt. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Aan de slag
  • In de Classroom staat een opdracht over VOC en WIC. Deze maak je eerst.
  • Maak opdrachten 11, 12, 13, 16, 17 en 18 van MEMO.

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de val van Antwerpen er voor heeft gezorgd dat Amsterdam de belangrijkste handelsstad werd van Europa. 

  • De val Antwerpen zorgden voor een blokkade waardoor de haven geen nieuwe goederen kon aannemen.  Toen de stad viel vluchtten veel protestantse kooplieden naar Holland en Zeeland om hun bedrijven voort te zetten.

Slide 20 - Tekstslide