In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.1 - A - Handel en nijverheid in Republiek
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de economie in Holland in de late middeleeuwen veranderden waarom dat belangrijk was.
Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Markt wordt belangrijker
De economie van de Republiek
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Het Oostzeegebied (1)
De Republiek had drassige gronden.
Boeren gingen zich specialiseren in veeteelt: kaas, boter én vlees.
Maar geen goede grond voorhet verbouwen van graan.
Graan en hout moest ergens anders vandaan komen: Oostzeegebied.
Slide 4 - Tekstslide
Het Oostzeegebied (2)
Nederlandse handelaren trokken met hun schepen naar de Oostzee, de Oostzeevaart = moedernegotie.
En namen hun handelswaar mee naar Amsterdam om het daar te verhandelen. Amsterdam werd de belangrijkste handelsstad.
Hierdoor ontstond de commerciële landbouw.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Economie van de Republiek (1)
Nieuwe uitvindingen zoals het fluitschip en windmolens.
1585 Spanjaarden veroveren Antwerpen. Noordelijke Nederlanden blokkeren de Schelde, de handel met Antwerpen ligt stil.
Handelaren, ambachtslieden vluchtten naar Holland en Zeeland: ontstaan van bloeiende handel in Amsterdam.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Economie van de Republiek (2)
Alle verscheepte producten werden opgeslagen in pakhuizen en tijdelijk 'opgestapeld'.
Kooplui uit Amsterdam en Antwerpen begonnen hun koopwaar te verkopen op de Amsterdamse stapelmarkt.
Het ontstaan vanhandelskapitalisme: handel om winst te maken.
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Ga verder met het huiswerk: Opdracht: 3, 4, 7, 9, 11, 14 en 16.
Klaar? Mag je verder met de verdiepingsopdrachten, kijk daarvoor op de K+K.
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de val van Antwerpen er voor heeft gezorgd dat Amsterdam de belangrijkste handelsstad werd van Europa.
De val Antwerpen zorgden voor een blokkade waardoor de haven geen nieuwe goederen kon aannemen. Toen de stad viel vluchtten veel protestantse kooplieden naar Holland en Zeeland om hun bedrijven voort te zetten.