BS. 1, 2 en 3 ordening en evolutie
1 / 35
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Alle organismen kun je indelen in ........rijken (groepen).
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening (of ordenen)
Slide 28 - Quizvraag
Organismen kunnen we indelen in 4 rijken. Wat is géén rijk?
A
dieren
B
mensen
C
planten
D
schimmels
Slide 29 - Quizvraag
We kunnen organismen indelen in 4 rijken, namelijk bacteriën, schimmels, planten en dieren. Dit doen we door te kijken naar kenmerken. Door welk kenmerk kunnen we organismen indelen tot het rijk van de dieren?
A
Bladgroenkorrels
B
celkern
C
skelet
D
plantaardige cellen
Slide 30 - Quizvraag
Het hebben van een celwand om de cellen is een van de kenmerken waarmee je organismen kunt indelen in rijken.
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Dit zijn twee soorten honden
A
Ja
B
Nee
Slide 32 - Quizvraag
Mutaties zijn noodzakelijk voor evolutie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Plotselinge verandering van het genotype
A
mutagene invloeden
B
biotechnologie
C
mutatie
D
evolutie
