b - Ik ben bang dat de plannen iets veranderd zijn.
- Zou ik gebruik kunnen maken van de wc?
- Ik weet niet zeker of dat een goed idee is.
Wat wij in het Nederlands zouden zeggen, bijvoorbeeld:
- Ik kan toch niet op de afspraak komen.
- Weet u waar de wc is?
- Dat vind ik geen goed plan.
Het Nederlands is doorgaans veel directer en minder omwonden. Het is minder formeel. In het Engels wordt geprobeerd erg voorzichtig te formuleren, in het Nederlands is dat doorgaans niet erg belangrijk.