Neerslagreacties in Nask2

Neerslagreacties in Nask2
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Neerslagreacties in Nask2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat neerslagreacties zijn en hoe ze werken in Nask2

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten aan het einde van de les
Wat weet jij al over neerslagreacties?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn neerslagreacties?
Neerslagreacties zijn chemische reacties waarbij een vaste stof gevormd wordt uit twee opgeloste stoffen.

Slide 4 - Tekstslide

Definieer neerslagreacties en leg uit hoe ze werken
Hoe werken neerslagreacties?
De opgeloste stoffen reageren met elkaar en vormen een vaste stof die neerslaat.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een neerslagreactie en laat zien hoe deze werkt
Waar worden neerslagreacties voor gebruikt?
Neerslagreacties worden gebruikt om stoffen uit een oplossing te halen of om te meten hoeveel van een bepaalde stof aanwezig is.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom neerslagreacties belangrijk zijn in Nask2
Hoe herken je een neerslagreactie?
Een neerslagreactie herken je aan het ontstaan van een vaste stof in een oplossing en het ontstaan van troebelheid.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen voorbeelden zien van oplossingen voor en na een neerslagreactie
Wat zijn de gevaren van neerslagreacties?
Sommige neerslagreacties kunnen heel heftig verlopen en leiden tot explosies of giftige gassen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om voorzichtig te zijn bij neerslagreacties
Hoe voer je een neerslagreactie uit?
Voeg eerst de opgeloste stoffen samen, roer goed, en wacht tot de neerslag gevormd is.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe ze zelf een neerslagreactie kunnen uitvoeren
Wat heb je geleerd?
Je weet nu wat neerslagreacties zijn, hoe ze werken, waar ze voor gebruikt worden, hoe je ze herkent en hoe je ze zelf kunt uitvoeren.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om te vertellen wat ze geleerd hebben en of ze nog vragen hebben
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.