Persoonsvorm en zinsdelen

Wat hebben we de vorige les gedaan?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 1 - Open vraag

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik vertellen hoe ik een persoonsvorm vind en hoe ik zinsdeelstrepen kan zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je van zinsdelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Zinsdelen zijn strepen tussen de verschillende zinsdelen. Hoe kun je deze strepen zetten?

Slide 5 - Open vraag

Uitleg
Persoonsvorm: Je maakt de zin vragend of zet hem in de andere tijd. Het werkwoord dat vooraan komt te staan of verandert, is de persoonsvorm.

Zinsdelen: Alles wat voor de persoonsvorm kan staan, is één zinsdeel. Twijfel je? Zet het voor de persoonsvorm.

Slide 6 - Tekstslide

Mijn zus heeft een gekke cavia gekocht. Pv?

Slide 7 - Open vraag

Mijn zus heeft een gekke cavia gekocht. Zet de zinsdeelstrepen.

Slide 8 - Open vraag

Jan, Piet en alle andere buren van mijn ouders klagen vaak over herrie. Pv?

Slide 9 - Open vraag

Jan, Piet en alle andere buren van mijn ouders klagen vaak over herrie. Zet de zinsdeelstrepen.

Slide 10 - Open vraag

Jan, Piet en alle andere buren van mijn ouders klagen vaak over herrie. Weet je het onderwerp ook?

Slide 11 - Open vraag

Kirsten eet elke ochtend een appel. Pv?

Slide 12 - Open vraag

Kirsten eet elke ochtend een appel. Zinsdeelstrepen?

Slide 13 - Open vraag

Kirsten eet elke ochtend een appel. Weet je het onderwerp?

Slide 14 - Open vraag

Onderwerp

Slide 15 - Woordweb

Waar wil je verder mee oefenen?
A
Persoonsvorm
B
Zinsdelen
C
Onderwerp
D
Werkwoordelijk gezegde

Slide 16 - Quizvraag

Doen
H1 Grammatica over de persoonsvorm en zinsdelen.
H2 over het onderwerp.
H3 over het werkwoordelijk gezegde.

Slide 17 - Tekstslide