Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Sterke en zwakke werkwoorden
Wat gebeurt er met een werkwoord die niet bij t kofschip x hoort in de verleden tijd?
A
Er komt te/ten of de/den achter.
B
Verandert in een voltooid deelwoord.
C
Verandert van klank.
D
Kun je niet in de verleden tijd zetten.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat gebeurt er met een werkwoord die niet bij t kofschip x hoort in de verleden tijd?
A
Er komt te/ten of de/den achter.
B
Verandert in een voltooid deelwoord.
C
Verandert van klank.
D
Kun je niet in de verleden tijd zetten.
Slide 1 - Quizvraag
klank verandering verleden tijd:
De klank verandert.
Je moet deze woorden uit je hoofd leren. (geen regel)
Voorbeeld: Ik sla - ik sloeg
Voorbeeld: wij slaan - wij sloegen
Voorbeeld: hij schr
ij
ft - hij schr
ee
f
Voorbeeld: jullie schr
ij
ven - jullie schr
e
ven
Slide 2 - Tekstslide
Welke werkwoord is met de(n)?
A
fietsen
B
vechten
C
boksen
D
dansen
Slide 3 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Ik koop.
Slide 4 - Open vraag
Wat gebeurt er met een werkwoord met 't kofschip x in de verleden tijd?
A
Er komt te/ten of de/den achter.
B
Verandert in een voltooid deelwoord.
C
Verandert van klank.
D
Kun je niet in de verleden tijd zetten.
Slide 5 - Quizvraag
t kofschip x - verleden tijd:
Er komt -
te
of -
ten
achter.
Voorbeeld -te: Ik maak - ik maak
te
Voorbeeld -ten: wij maken - wij maak
ten
Er komt -
de
of -
den
achter.
Voorbeeld
-de
: ik vouw - ik vouw
de
Voorbeeld
-den
: wij vouwen - wij vouw
den
Slide 6 - Tekstslide
Welk werkwoord is me te(n)
A
schrijven
B
bijten
C
graven
D
schaatsen
Slide 7 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Ik ren
Slide 8 - Open vraag
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
wij denken - wij dachten
De hond kwispelt - de hond kwispelde
Bram lacht - Bram lachtte
zij zwemt - zij zwom
de klas werkt - de klas werkte
hij mist - hij mistte
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf op in de verleden tijd:
Hij raad de oplossing.
Slide 11 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Sterke en zwakke werkwoorden V1a 19-10-22
Oktober 2022
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Sterken en zwakke werkwoorden
November 2022
- Les met
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Sterke en zwakke werkwoorden
September 2022
- Les met
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
taal verkennen thema 4
Januari 2023
- Les met
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
groep 8 werkwoord spelling cito
28 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
6 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education