Starttaal Compact periode 3 les 4

Starttaal Compact periode 3 les 4
Lesdoel
Samenhang

Lesinhoud
Samenhang/ signaalwoorden/ tekstverbanden
Theorie
Tekst met vragen
Opdrachten



1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Starttaal Compact periode 3 les 4
Lesdoel
Samenhang

Lesinhoud
Samenhang/ signaalwoorden/ tekstverbanden
Theorie
Tekst met vragen
Opdrachten



Slide 1 - Tekstslide

Samenhang/ signaalwoorden/ tekstverbanden

(Blz 21 handboek) voorbeelden signaalwoorden
Opsomming
Volgorde van tijd
Tegenstelling
Voorbeeld
Reden, oorzaak-gevolg
Voorwaarde




Slide 2 - Tekstslide

Het is 10 uur.
Ik ga naar school.
Ik doe mijn jas aan.
Het is koud.

Omdat het 10 uur is, ga ik naar school. Ik doe mijn jas aan, want het regent.

Reden/ oorzaak- gevolg

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb thee.
Ik heb koffie.
Ik heb koek.
Ik heb taart.
Ik heb water.

Ik heb thee, koffie en water. Verder heb ik koek en taart.

Opsomming

Slide 4 - Tekstslide

Pak een schaal. 
Doe meel en suiker in de schaal. 
Smelt de boter. 
Voeg de boter toe aan het meelmengsel.

Pak eerst een schaal. Doe daarna meel en suiker in de schaal. Smelt vervolgens de boter en voeg de boter dan toe aan de het meelmengsel

Volgorde van tijd

Slide 5 - Tekstslide

Ik wil naar bed.
De tv programma's zijn leuk.

Ik wil naar bed, maar de tv programma's zijn leuk.





Tegenstelling

Slide 6 - Tekstslide

Jij krijgt geld.
Ik win een prijs.


Als ik een prijs wil, dan krijg jij geld.




Voorwaarde

Slide 7 - Tekstslide


Eerst leg ik uit, vervolgens oefenen jullie en daarna maak je een werkstuk
A
opsomming
B
tegenstelling
C
volgorde van tijd
D
voorbeeld

Slide 8 - Quizvraag


Ik neem mijn hond, mijn vrouw en mijn kind mee.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
volgorde van tijd
D
voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag


Ze wil meer geld, omdat ze op vakantie gaat.
A
reden/ oorzaak gevolg
B
tegenstelling
C
volgorde van tijd
D
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag


Het is warm, maar het regent.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
volgorde van tijd
D
voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten

Starttaal compact blz 29 opdracht 6
of
SCO online 
2F> lezen> opbouwopdrachten> samenhang
1F> Via vervolg> Th 5 signaalwoorden/ tekstverbanden

Succes!

Slide 14 - Tekstslide