De l'athlétisme, du badminton, du basket, du cirque, de la course d'orientation, de l'escalade, du foot, de la gym, du kendo, de la natation, du roller, du rugby, du skateboard, du tennis, du tir à l'arc, de la trottinette, du vélo, du volley.
Welke sporten doen ze op school? (bijv. blauw)
En welke sporten doen ze "op straat"? (bijv. rood)
(^geef de sporten een kleurtje, het vakje is te klein om te schrijven^)