In welke zinnen heeft het werkwoord een duidelijke betekenis?
1. De meeste mensen vieren hun verjaardag met taart en bezoek.
2. Familie en vrienden geven de jarige kussen en cadeautjes.
3. De honderdste verjaardag van een Zuid-Afrikaanse vrouw was een stuk spannender.
4. Ze maakte op die dag een parachutesprong.
5. De invulling van haar 101e verjaardag blijft nog even geheim.