Blok 5 - 2KGT - werkwoordspelling

Blok 5 - Spelling
Werkwoordspelling - herhaling
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 5 - Spelling
Werkwoordspelling - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel.
         Wat staat hier?
5
Ook al kun je het op een gegeven moment wel lezen/begrijpen, als woorden goed gespeld zijn is het makkelijker om een tekst te begrijpen.
Ook dit is een reden om goed te kunnen spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Kunnen 
Je weet wat de regels zijn voor werkwoordspelling:
- pv tt
- pv vt
- vdw 





 
Je kunt aangeven in welke vorm een werkwoord staat.

Je kunt aangeven welke regel is gebruikt.

Je kunt werkwoorden in een zin correct spellen.



Weten 

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

       Spellingsregels (klankvaste) werkwoorden
5
enkelvoud
tt
vt
ik (1e pers.) /
je achter pv
ik-vorm
ik-vorm + te/de
jij/u                  (2e pers.)
ik-vorm + t
ik-vorm + te/de
hij/zij/het        (3e pers.)
ik-vorm + t
ik-vorm + te/de
meervoud
tt
vt
wij                    (1e pers.)
hele ww
ik-vorm + ten/den
jullie                 (2e pers)
hele ww
ik-vorm + ten/den
zij                     (3e pers.)
hele ww
ik-vorm + ten/den
klankveranderend
Je hoort hoe je het werkwoord moet spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

       Spellingsregels (klankvaste) werkwoorden - oefening
5
Bekijk de onderstreepte werkwoorden. Verbeter de fout gespelde vormen.
Leg uit welke regel je in elke zin moet gebruiken om het vetgedrukte werkwoord goed te spellen.
  1. Je kunt er springen, spelen en duiken.
  2. In Londen is een ballenbak geopent die niet voor kinderen is, maar voor volwassenen.
  3. Het is een groot succes gewordden.
  4. Veel bedrijven vindden het leuk om ernaartoe te gaan met hun personeel.




kunt = goed. Regel: je = enkelvoud, dus ik-vorm +t.
1
geopent = fout, → geopend. Regel: voltooid deelwoord, stam = open, dus +d.
2
gewordden = fout, → geworden. Regel: voltooid deelwoord van een klankveranderend werkwoord, je schrijft het zoals je het hoort (zonder extra d).
3
vindden = fout, → vinden. Regel: persoonsvorm tt meervoud = hele werkwoord.
4

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

           Spelling - zelfstandig werken    
5
Lees
Lees de opdracht goed door, zorg dat je niks vergeet.
Maak
Opdracht 1 (ook de spellingsregel aangeven)
Hoe
In je schrift
Nummer de opdracht en de zinnen goed
Tijd
5 minuten
Klaar
Lees theorie blz. 225
Resultaat
Inleveren via Teamsopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Spelling werkwoorden   
5
Om werkwoorden in een zin goed te spellen, moet je weten in welke vorm het werkwoord staat. Pas dan kun je de regels goed toepassen. 

Het werkt ook andersom: van de spelling kun je afleiden in welke vorm het werkwoord staat. In het schema op blz. 225 worden de regels voor het spellen van het werkwoord herhaald.

Slide 7 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Spelling - zelfstandig werken    
5
Lees
Lees de opdracht goed door, zorg dat je niks vergeet.
Maak
Opdracht 3 + 4
Hoe
In je schrift
Nummer de opdrachten duidelijk in de kantlijn
Tijd
10 minuten
Klaar
Resultaat
Inleveren via Teamsopdracht

Slide 8 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Wat betekent het?
5

Slide 9 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Ik ken de spellingsregels voor werkwoorden en kan ze foutloos toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies