Postoperatieve pijn

Ruggenprik pijn/pijnbestrijding
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ruggenprik pijn/pijnbestrijding

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling
Je hebt algemene kennis opgedaan van (postoperatieve) pijn/pijnbestrijding.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het verschil tussen epidurale pijnbestrijding en de spinale pijnbestrijding?
A
Epiduraal=tussen het harde hersenvlies en de wervels. Spinaal= in het ruggemergvocht
B
Epiduraal=pijnstilling via een ruggeprik. Spinaal= verdoving van het onderlichaam
C
Epiduraal= in de rugwevels. Spinaal=in het ruggemergvocht
D
Epiduraal=lokale verdoving via een ruggeprik Spinaal=volledige verdoving

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een bekende complicatie van spinale anesthesie?
A
chronische pijn
B
totaal spinaal blok
C
hoofdpijn door lekkage van ruggemerg vocht
D
misselijkheid

Slide 8 - Quizvraag

Wat is epidurale pijnbestijding?
A
Injecties tegen de pijn op lokaal niveau
B
verdoofd het onderlichaam
C
pijnmedicatie op de plek in het wervelkanaal
D
een ruggeprik

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

verpleegkundige interventies
voorlichting
kennis van de protocollen
kennis van de WHO pijnladder
samenwerking met anesthesie/pijnpoli

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Welke complicaties zijn er?
Welke verpleegkundige zorg en aandachtpunten zijn er?
  • Spinaal
  • Epiduraal

Slide 12 - Tekstslide

Welke verpleegkundige zorg bij
spinaal en epiduraal katheter?

Slide 13 - Woordweb

Welke complicaties bij
spinaal en epiduraal katheter?

Slide 14 - Woordweb