- Antigen: Eiwitten op een cel (signaaleiwit).
- Antistof: Herkennen antigenen en maken
ziekteverwekker onschadelijk.
- Eén type antistof werkt maar op één type antigeen.
- Je lichaam moet dus veel verschillende typen antistoffen maken
- Antistof blijft nog een tijd aanwezig in het bloed, dat is dus een bewijs dat een mens of dier besmet is
- Immuun: Bij een mogelijke 2e infectie maakt
afweersysteem bijna direct antistoffen. Je wordt dan vaak ook niet ziek.