Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Mi semana
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
El programa
2 min - opdrachten nakijken van huiswerk
3 min - Vorige lesstof opfrissen van (tener que/hay que)
5 min - blz. 65, Unidad 4.
5 min - blz. 66, Unida 4.
Los deberes
Slide 2 - Tekstslide
Tener que (moeten, behoeven) gebruik je wanneer iets verplicht moet, een verplichting van buitenaf is of iets wordt opgelegd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
¡Tú (tener que)_______ estudiar más!
A
tienen que
B
tene que
C
tiene que
D
tienes que
Slide 4 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
Mis padres (tener que)_______ vender la casa.
A
tienen que
B
tiene que
C
tenéis que
D
tenáis que
Slide 5 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
tú (tener que)_______ limpiar tu habitación.
A
tienen que
B
tene que
C
tiene que
D
tienes que
Slide 6 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
Mis padres (tener que)_______ ir a trabajar.
A
tienen que
B
tiene que
C
tenéis que
D
tenáis que
Slide 7 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
tú (tener que)_______ comprar fruta.
A
tienen que
B
tene que
C
tiene que
D
tienes que
Slide 8 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
Nosotros (tener que)_______ hacer deporte.
A
temos que
B
tenemos que
C
tenéis que
D
tienen que
Slide 9 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
Ella (tener que)_______ limpiar la cocina.
A
tienes que
B
tienen que
C
tenéis que
D
tiene que
Slide 10 - Quizvraag
TENER QUE
Kies de juiste vervoeging
Yo (tener que)_______ pasear al perro.
A
tengo
B
tengo que
C
tiene que
D
tenemos que
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Yo (ponerse)____ enferma cada dos por tres.
A
te pones
B
se ponga
C
me pongo
D
me ponga
Slide 13 - Quizvraag
Maria y Manuel se______ a bailar.
A
ponen
B
pongan
C
ponga
D
ponad
Slide 14 - Quizvraag
¿Qué siginifica?
"ponerse como un loco"
A
gek zijn
B
gek worden
Slide 15 - Quizvraag
poner, nosotros
(poner = neerzetten)
A
poneremos
B
ponemos
C
ponéis
D
ponamos
Slide 16 - Quizvraag
Yo (ponerse)
A
te pones
B
se pone
C
me pono
D
me pongo
Slide 17 - Quizvraag
ponerse rojo
A
rood worden
B
boos worden
C
ziek worden
D
gek doen
Slide 18 - Quizvraag
ponerse la ropa
A
zich vergissen
B
zich aankleden
C
zich scheren
D
zich vervelen
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Yo (hacer) deporte todos los días.
A
haco
B
hago
C
hacía
D
hago que
Slide 22 - Quizvraag
(tú, hacer) la cena.
A
haces
B
hace
C
haz
D
haga
Slide 23 - Quizvraag
Hacer
A
lezen
B
doen , maken
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
06-12-2023 - Tweedejaars - Les 3 Unidad 6 MP
December 2023
- Les met
18 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 2
Repaso GRUPO 4
Oktober 2024
- Les met
32 slides
Spaans
Middelbare school
HBO
vwo
Leerjaar 2
Semana 24 Unidad 5 lección 3
Mei 2023
- Les met
31 slides
Spaans
WO
Studiejaar 2
10-12-2023 - Tweedejaars - Les 4 Unidad 6 MP
Januari 2024
- Les met
14 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 2
5. REPASO
Oktober 2021
- Les met
48 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Tener que y deber
November 2020
- Les met
11 slides
Spanish
semana 23 (7-10 junio)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Spaans les 6 mca
17 dagen geleden
- Les met
28 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3