9e (LAATSTE) bijeenkomst examentraining 2F

Centraal examen Lezen & Luisteren 2F
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Centraal examen Lezen & Luisteren 2F

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat er op de planning?

Slide 2 - Tekstslide

Het Centraal Examen 3F
Wat ga ik met jullie bespreken?
  • leesstrategieën
  • toetsvragen
  • soorten teksten
  • het examen zelf

Slide 3 - Tekstslide

(globaal / zoekend / intensief)

Slide 4 - Tekstslide

(globaal / zoekend / intensief)

Slide 5 - Tekstslide

1.
2.

Slide 6 - Tekstslide

3.
Globaal:
Zoekend:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Als laatste stap: GEBRUIK HET WOORDENBOEK

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen met hulpmiddelen
Rechtsboven in het scherm kun je gebruik maken van hulpmiddelen
aantekeningen maken
tekst aanstrepen
luidsvolume instellen
tekst vergroten
Vragen aanvinken
Oefen ermee!

Slide 14 - Tekstslide

Blijf in vorm!

Slide 15 - Tekstslide

Tip 1

Slide 16 - Tekstslide

Tip 2

Slide 17 - Tekstslide

Tip 3

Slide 18 - Tekstslide

Tip 4

Slide 19 - Tekstslide

Keuze:
  • Klassikaal oefenen voor het CE 2F
  • Zelfstandig oefenen in Examensprint

Slide 20 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 21 - Tekstslide

Wat zou de schrijver je volgens alinea 2 en 3 graag willen vertellen?
A
Dat de werkgever je in een soll.gesprek beter wil leren kennen.
B
Dat het vanzelf goed komt, als je maar jezelf bent tijdens het soll.gesprek.
C
Dat je volstrekt eerlijk en open moet zijn bij een soll.gesprek.

Slide 22 - Quizvraag

Als de schrijver je dat zou graag wil vertellen, waarom doet hij dat dan niet in alinea 3?
A
Omdat het niet past bij het tekstdoel en onderwerp.
B
Omdat hij dan geen eerlijke voorstelling van zaken zou geven.
C
Omdat werkgevers je juist wel willen leren kennen in een soll.gesprek.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom is een sollicitatiegesprek zo belangrijk (alinea 4)?
A
Omdat de uitkomst van het gesprek grote gevolgen heeft.
B
Omdat het gesprek een momentopname is.
C
Omdat mensen er hun brood mee verdienen.

Slide 24 - Quizvraag

In alinea 5 en 6 vind je argumenten om extra goed voor de dag te komen in een sollicitatiegesprek.

Wat zijn de argumenten?
A
Het wordt van je verwacht.
B
Je bent het meest op je gemak als je jezelf bent.
C
Er is veel concurrentie.
D
Anderen zullen het ook doen.

Slide 25 - Quizvraag

Op welke vraag geven alinea's 7 en 8 antwoord?
A
Hoe?
B
Wanneer?
C
Wie?

Slide 26 - Quizvraag

Met welke mening is de schrijver het volgens alinea 8 en 9 eens?
A
Als je het soll.gesprek goed voorbereid, kun je de zenuwen de baas blijven.
B
Een soll.gesprek heeft iets van een theater; je moet je rol instuderen.
C
Voor een baan hoef je niet echte een goede match met je werkgever te hebben.

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet je zeggen bij een vraag over ervaring, als je die niet hebt omdat je net klaar bent met het MBO.
A
"Ik heb geen ervaring, maar zo moeilijk kan het niet zijn."
B
"Ik heb geen ervaring, maar wel de juiste eigenschappen die ervoor nodig zijn."
C
"' Ik heb wel ervaring, want ik help wel eens mijn oom."'

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Door veel concurrentie is solliciteren heel ingewikkeld geworden.
B
Het is voldoende om tijdens een soll.gesprek gewoon jezelf te zijn.
C
Je zult niet makkelijk een baan vinden, als je geen reclame maakt voor jezelf.

Slide 30 - Quizvraag

Veel succes!

Slide 31 - Tekstslide