Duurzaamheid 3 - Productieketens

                          
                            Aardrijkskunde
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Hoe komen je spullen bij jou?
  • Hoe werken productieketens?
  • Wat is de invloed van productieketens op de voetafdruk?
  • Wat kunnen we veranderen om dit beter te maken?

Slide 2 - Tekstslide


Spullen
  • Alle spullen die jij hebt, zijn ooit ergens gemaakt. Daarvoor zijn ook grondstoffen gebruikt.

  • De meeste spullen die je hebt, heb je niet zelf gemaakt. Ze zijn gemaakt in een fabriek. Een fabriek die houten spullen maakt, heeft meestal geen eigen bomen. Dat hout moet dus ergens anders vandaan komen. Hout is een grondstof.

  • Soms gebruiken fabrieken weer producten van andere fabrieken. Een autofabriek kan bijvoorbeeld zijn wielen bij een wielenfabriek kopen, in plaats van ze zelf te maken. We noemen dit een halffabrikaat.

  • Deze keten, van grondstof naar eindproduct, noemen we een productieketen.

Slide 3 - Tekstslide

Productieketen van een spijkerbroek
Voordat deze spijkerbroek in de Nederlandse winkels ligt, zijn er zeven andere landen bij betrokken geweest. Ook moeten spullen steeds worden getransporteerd door vrachtwagens, schepen, treinen of vliegtuigen.

Slide 4 - Tekstslide


De voetafdruk van productie
  • Bij het produceren van onze spullen, maar natuurlijk ook bij voedsel en energie, vergroten we onze voetafdruk. Hoe we dat doen kunnen we verdelen in drie categorieën.

  • Milieu-vervuiling. We laten dan stoffen in het milieu komen die daar niet horen. Bijvoorbeeld het water met verf om de spijkerbroek te kleuren, en wat nu de rivier in stroomt.

  • Milieu-uitputting. We gebruiken dan zoveel grondstoffen uit de natuur, dat de aarde dat niet meer kan bijhouden. Grondstoffen en hulpbronnen raken dan op.

  • Milieu-aantasting. We veranderen dan zoveel aan de aarde, dat het leefgebied voor dieren verdwijnt. Die kunnen dan uitsterven.

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt al een opdracht gemaakt over wat wel of niet duurzaam is. Van de dingen die niet duurzaam zijn, kijken we nu hoe die het milieu schade aanbrengen. Zet eerst de juiste omschrijving (de drie hier onder) onder de juiste term en sleep daarna de voorbeelden naar de goede term.
Milieu-vervuiling
Milieu-aantasting
Milieu-uitputting
Zet hier de omschrijving
Zet hier de omschrijving
Zet hier de omschrijving
Zet hier de
voorbeelden
Zet hier de
voorbeelden
Zet hier de
voorbeelden
Afval en giftige stoffen in het milieu laten komen
Teveel grondstoffen gebruiken die op raken
Leefgebied van planten en dieren kapot maken
Voor accu's zijn zeldzame metalen nodig die ze diep uit de grond halen
Nederland is nu zo vol dat dieren als de wolf bijna niet meer voorkomen.
Plastic is overal. Het is gevonden op Antarctica, in de Amazone, op Mount Everest en in de Marianentrog.

Slide 6 - Sleepvraag

Sommige dingen vallen onder verschillende categorieën. Autorijden bijvoorbeeld. Bedenk hoe autorijden zorgt voor milieuvervuiling, -uitputting en -aantasting.

Slide 7 - Tekstslide

milieu-vervuiling?
Waarom leidt autorijden tot

Slide 8 - Woordweb

milieu-uitputting?
Waarom leidt autorijden tot

Slide 9 - Woordweb

milieu-aantasting?
Waarom leidt autorijden tot

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Grondstoffen
  • Teveel grondstoffen gebruiken leidt dus tot uitputting. Gelukkig kunnen sommige grondstoffen door de natuur weer worden aangevuld.

  • Hout groeit vanzelf weer aan. Dan moeten we er alleen wel opletten dat we, als we hout uit de natuur halen, niet aan milieu-aantasting doen.

  • IJzer wat we uit de grond halen komt niet terug. Maar: er is zó veel ijzer dat wetenschappers denken dat we nog voor 10.000 jaar genoeg hebben.

  • Aardolie is zeldzamer. Waarschijnlijk hebben we nog voor zo'n 30 jaar genoeg. Daarna kan het wel eens op zijn.

Slide 15 - Tekstslide


Afval
  • Als we onze producten hebben gebruikt, gooien we ze vaak weg. Het wordt dan afval. Natuurlijk geldt dat ook voor verpakkingen van spullen of voedsel.

  • Soms komen producten op een vuilnisbelt. Die zijn behoorlijk smerig. Er komen giftige dampen vanaf en er stroomt soms vervuild water uit.

  • Een andere optie is het verbranden. Er komen dan smerige gassen in de lucht, en er blijft altijd iets van as over.

  • Soms komt afval direct in de natuur terecht. Misschien zelf wel eens stiekem wat rommel in het gras gegooid? Veel van dit spul eindigt trouwens in de zee.

Slide 16 - Tekstslide

We kunnen ook de grondstoffen weer uit de producten halen: recyclen
Verschillende bakken?
Bij recyclen willen we de grondstoffen weer terughalen uit producten die niet meer nodig zijn. Er zijn verschillende grondstoffen, dus ook verschillende manieren om die weer opnieuw te gebruiken. Het is daarom belangrijk afval te scheiden. In de meeste gemeenten kun je plastic, papier en metaal daarom apart inleveren.

Slide 17 - Tekstslide


Producten recyclen
  • Veel bedrijven maken hun producten tegenwoordig van gerycled materiaal. Mensen vinden dat belangrijk, daarom willen ze er graag mee afverteren.

Slide 18 - Tekstslide

Dat was het!
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!

Slide 19 - Sleepvraag

Dat was het!
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Je weet hoe productieketens in elkaar zitten
Je kunt het proces van recycling beschrijven
Je begrijpt hoe productie kan leiden tot uitputting, vervuiling en aantasting.

Slide 20 - Sleepvraag

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 21 - Tekstslide