Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
Jas uit en over je stoel.
Tas van tafel.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B
Op tafel:
Map/schrift, pen, laptop en inloggen op LessenUp.
Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
Jas uit en over je stoel.
Tas van tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Terugblik op les 20
Argumentatieschema's les 21
Vandaag donderdag 14 maart
Slide 2 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Les 20:
Argumentatiestructuren
Het verzwegen argument
Slide 3 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
1. enkelvoudige argumentatie
2. onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
3. afhankelijke nevenschikkende argumentatie
4. onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Tekstslide
Het verzwegen argument
Beoordeling argumenten:
- controle van de inhoud van de argumenten
- controle van de argumenten die niet letterlijk worden uitgesproken (de verzwegen argumenten)
Ik vind de Belgische voetbalcompetitie steeds oninteressanter worden. Er spelen meer buitenlanders in dan Belgen.
Verzwegen argument: Een voetbalcompetitie met meer buitenlanders dan Belgen is niet interessant,
Slide 5 - Tekstslide
Verzwegen argumenten
Verzwegen argumenten kun je vertalen naar een uitspraak die een 'Als ..., dan ...'-vorm heeft.
Ik vond het een gemakkelijke toets; we wisten alle antwoorden al.
Verzwegen argument: Als je alle antwoorden al weet, dan is de toets makkelijk.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verzwegen argument bij: Er zullen nu geen artsen meer komen, want de salarissen zijn flink gedaald. Formuleer je antwoord in de 'Als ..., dan ...'-vorm.
Slide 7 - Open vraag
In je oordeel over de aanvaardbaarheid van iemands argumentatie zijn de dingen die niet gezegd worden, vaak belangrijker dan de dingen die wel gezegd worden.
Het verzwegenargument laat het verband tussen het argument en het standpunt zien. Dat soort verbanden noem je argumentatieschema's.
Slide 8 - Tekstslide
Argumentatieschema's
Argumentatiestructuur: de manier waarop argumenten aan een standpunt hangen.
Argumentatieschema's: soorten argumentatie.
Les 21
Maak aantekeningen!
Slide 9 - Tekstslide
3 soorten argumentatieschema's (Kern 106/107)
1. Kenmerken: 2. Vergelijking
- Eigenschap
- Voorbeeld
- Voordelen- nadelen
3. Causaliteit
- oorzaak-gevolg
- doel-middel
Slide 10 - Tekstslide
Zes argumentatieschema's
Autoriteit
Vergelijking
Voorbeeld
Kenmerk of eigenschap
Oorzaak-gevolg
Voordelen- nadelen
Maak aantekeningen!
Slide 11 - Tekstslide
Autoriteit
Je mag niet door rood rijden
want dat staat in de wet.
Slide 12 - Tekstslide
Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen
want dat zegt de tandarts
Slide 13 - Tekstslide
Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets
want Johan is het ook gelukt
Slide 14 - Tekstslide
Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid
want Duitsland doet dat ook.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen
want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.
Slide 16 - Tekstslide
Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger
want hij zingt altijd zuiver.
Slide 17 - Tekstslide
Oorzaak - gevolg
Dit is een gevaarlijke kruising (oorzaak)
want er gebeuren hier veel ongelukken (gevolg)
Slide 18 - Tekstslide
Oorzaak - gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald (gevolg)
want hij heeft niet geleerd (oorzaak)
Slide 19 - Tekstslide
Voordelen-nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan (advies/wens/keuze)
want dan hebben we de grootste kans op mooi weer
(voordeel/nadeel)
Slide 20 - Tekstslide
Voordelen-nadelen
Je moet je huiswerk maken (waarderend)
want anders zul je nooit een voldoende halen (voordeel/nadeel)
Slide 21 - Tekstslide
Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?
Oefenen!
Houd je aantekeningen erbij.
Slide 22 - Tekstslide
Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg
Slide 23 - Quizvraag
Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 24 - Quizvraag
Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 25 - Quizvraag
Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld
Slide 26 - Quizvraag
Mobieltjes zijn verboden tijdens de les, anders hebben de leerlingen totaal geen aandacht voor wat de docent uitlegt.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen-nadelen
C
Vergelijking
D
Oorzaak-gevolg
Slide 27 - Quizvraag
Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts. Welk soort argumentatieschema is dit? Een argumentatieschema op basis van ...
A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg
Slide 28 - Quizvraag
Aan de slag
Les 21, opdracht 6 en 7.
Huiswerk: lees de tekst op pagina 104 en maak opdracht 14 t/m 19.