Hoofdstuk 4 grammatica

Hoofdstuk 4 grammatica
Pak je boek erbij en je iPad!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 grammatica
Pak je boek erbij en je iPad!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen?
  • Opgeven proefwerk H3+H4
  • Piotr inhalen spreken
  • 4.7 grammatica= woordsoorten 

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk H3+H4
  • Week van 15 april. Welke dag, kiezen we samen.
  • Wat moet je leren?:
  1. H1-H4 lezen (wordt minder getoetst!)
  2.  Paragraaf 3.5 en 4.5 woorden
  3. Paragraaf 3.7 en 4.7 grammatica
  4. Paragraaf 3.8 en 4.8 spelling

Slide 3 - Tekstslide

Welke woordsoorten ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

Overzicht woordsoorten
Lidwoord
De, het, een
Bijvoeglijk naamwoord
Knap, slim, groen, katoen
Zelfstandig naamwoord
Kapper, Roermond
Voorzetsel
Voor, met, aan, op, onder
Werkwoord
lopen, fietsen, werken
Persoonlijk vnw
Ik, je, u, haar, ons, jullie
Bezittelijk vnw
Mijn, jouw, zijn, haar, uw

Slide 5 - Tekstslide

Overzicht woordsoorten
Hoofdtelwoord
Twee, vijftien, veel, alle
Rangtelwoord
Zesde, middelste, 19e

Slide 6 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Weet iemand al wat dit is?

Slide 7 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Je kunt iets of iemand aanwijzen.
  •  Aanwijzende voornaamwoorden zijn: die, deze, dat, dit, zo'n, zulke, dergelijke

  • Ik vind die docent niet aardig.
  • Dat proefwerk was erg moeilijk.

Slide 8 - Tekstslide

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord.

Slide 9 - Open vraag

Vragend voornaamwoord
Weet iemand al wat dit is?

Slide 10 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord
  • Je vraagt naar een persoon of een ding.
  • Er zijn maar vier vragende voornaamwoorden: wie, wat, welke, wat voor een
  • Let op! Vragende voornaamwoorden verwijzen altijd naar iets. Andere vragende woorden aan het begin van een zin zijn geen vragende voornaamwoorden. Denk hierbij aan 'hoe' of 'waarom'. 

Slide 11 - Tekstslide

Maak zelf een zin met een vragend voornaamwoord.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
  • Jullie gaan opdracht 1 en 3 maken van paragraaf 4.7 grammatica.
  • Je mag met elkaar overleggen.
  • Klaar? Begin alvast aan opdracht 4. 

Slide 13 - Tekstslide