Samenvatting Unit 5 grammar

TOETS UNIT 5: WAT MOET JE LEREN?
1. wel doen  / niet doen (=gebiedende wijs)
2. persoonlijke voornaamwoorden
3. this/that/these/those 
4. present simple
5. korte antwoorden
6. woorden unit 5
7. zinnen unit 5
LEER  DE REGELS voor grammatica uit je hoofd!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TOETS UNIT 5: WAT MOET JE LEREN?
1. wel doen  / niet doen (=gebiedende wijs)
2. persoonlijke voornaamwoorden
3. this/that/these/those 
4. present simple
5. korte antwoorden
6. woorden unit 5
7. zinnen unit 5
LEER  DE REGELS voor grammatica uit je hoofd!

Slide 1 - Tekstslide

Als iemand iets WEL moet doen

(Begin met het hele ww)



Sit still

Be quiet

Read your book

Get up

Open the door

Wash your hands

Be careful

Close the fridge


Als iemand iets NIET moet doen

(Hetzelfde als wanneer iemand iets wel moet doen, maar zet nu DON'T ervoor)


Don't cross the road now

Don't spend all your money

Don't feel sad

Don't feed the animals

Don't go there

Don't drink that


Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Je weet wanneer je I of ME/ SHE of HER etc. moet gebruiken in een zin. 
  1. I of  ME                  (=Ik / mij)            I love the dog. The dog loves me too. 
  2. YOU / YOU            (=jij / jou)           You love your dog, the dog loves you too.
  3. SHE of HER         (=zij/haar)         She loves the dog. The dog loves her too. 
  4. HE of HIM            (=hij/hem)         He loves the dog. The dog loves him too.  
  5. WE of US               (=wij/ons).        We love the dog. The dog loves us too. 
  6. THEY of THEM   (=zij / hen).       They love the dog. The dog loves them too. 

Leer het volgende  rijtje uit je hoofd: 
I, me / you, you / she, her / he, him / we, us / they, them.

Slide 3 - Tekstslide

Leer dit schema hierboven uit je hoofd
b.v. dichtbij en enkelvoud = this -> This girl here is very tired. 
b.v. verweg en enkelvoud = that ->That girl over there is very tired. 

Slide 4 - Tekstslide

PRESENT SIMPLE PRESENT SIMPLE

SHE / HE / IT ->  USE
+ hele ww+s (=shitregel)
? Does + hele ww
- Doesn't + hele ww  

She eats breakfast every day.
Does she eat a breakfast every day?
She doesn't eat a  shower every day.

LEER DE RODE REGELS UIT JE HOOFD



PRESENT SIMPLE PRESENT SIMPLE

I / YOU / WE / THEY -> USE
+ hele ww
? Do + hele ww
- Don't + hele ww

I eat  breakfast every morning.
Do I eat breakfast every morning?
I don't eat breakfast every morning.

LEER DE RODE REGELS UIT JE HOOFD


Slide 5 - Tekstslide

Korte antwoorden
Are you class 1B?
a. Yes, we are.
b. No, we aren't

Do you like English?
a. Yes, I do
b. No, I don't

Slide 6 - Tekstslide

Oefen met opdrachten in WB
Je kent nu de regels. Ga oefenen met opdrachten in je werkboek. En check of je de regels goed kunt toepassen. In de slides hierna vind je de antwoorden om te controleren of je het goed begrepen hebt. 
1. Wel doen / niet doen! (=gebiedende wijs) -> WB p. 17 -> 14 en p. 19-> 18.
2. Persoonlijke voornaamwoorden -> WB p. 12-> 8a,b
3. Aanwijzende voornaamwoorden -> WB p. 18-> 15
4. Present simple (tegenwoordige tijd) -> WB p. 29-> 32a
5. Korte antwoorden -> WB p. 30-> 33a

Slide 7 - Tekstslide

ANTWOORDEN VOOR OEFEN OPDRACHTEN
IN DE SLIDES HIERNA VIND JE DE ANTWOORDEN VOOR DE OPDRACHTEN DIE WAARMEE JE IN JE WERKBOEK GEOEFEND HEBT. KIJK ZE KRITISCH NA EN LEER VAN JE FOUTEN. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide