goederenstroom 3.3 en 3.4 niveau 3

Voorraadkosten
Paragraaf 3.3 en 3.4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voorraadkosten
Paragraaf 3.3 en 3.4

Slide 1 - Tekstslide

Examentermen
Na de les:
  • Ken je voorraadinventarisatie en de voor-/nadelen van het uitbesteden hiervan;
  • kun je voorraadkosten berekenen;
  • kun je verschillende soorten voorraadkosten berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is inventariseren?

Slide 3 - Woordweb

Waarom inventariseer je? Noem minstens twee redenen.

Slide 4 - Open vraag

Voorraad inventariseren
Tellen en registreren van de voorraad.
Geeft het verschil tussen de administratieve en de technische voorraad.
Administratieve voorraad wordt bijgehouden door het scannen bij de kassa.

Slide 5 - Tekstslide

Nut van inventariseren
  • Klopt je administratieve voorraad?
  •  Is er derving?
  • Worden (retour)procedures goed uitgevoerd?
  • Klopt de hoeveelheid automatisch bestelde producten?

Je bent verplicht om de waarde van de voorraad aan het einde van het boekjaar vast te leggen op de balans.

Slide 6 - Tekstslide

Drie manieren van inventariseren
1. Integraal -> hele winkel en magazijn tellen
2. Steekproefsgewijs -> een willekeurig deel van de producten tellen
3. Cyclisch -> indelen op productgroep 
4. Continu -> regelmatige steekproeven

Slide 7 - Tekstslide

Inventariseren uitbesteden
Het inventariseren door andere bedrijven laten doen die hierin gespecialiseerd zijn.

  • Voordeel: Je hoeft hier zelf geen personeel voor vrij te houden of voor op te leiden
  • Nadeel: De kosten zijn wat hoger dan je eigen personeel.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer zou je kiezen voor continu inventariseren?
A
Als er regelmatig fouten worden gemaakt in de voorraadadministratie
B
Als je voorraadadministratie overeenkomt met de werkelijke voorraad
C
Als je in korte tijd de hele winkel wil tellen zonder personeel veel te belasten

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer zou je kiezen voor steekproefsgewijs inventariseren?
A
Als er regelmatig fouten worden gemaakt in de voorraadadministratie
B
Als je voorraadadministratie overeenkomt met de werkelijke voorraad
C
Als je in korte tijd de hele winkel wil tellen zonder personeel veel te belasten

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer zou je kiezen voor cyclisch inventariseren?
A
Als er regelmatig fouten worden gemaakt in de voorraadadministratie
B
Als je voorraadadministratie overeenkomt met de werkelijke voorraad
C
Als je in korte tijd de hele winkel wil tellen zonder personeel veel te belasten

Slide 11 - Quizvraag

Voorraadkosten
Voorraad kost geld:
  • Rentekosten ->  rente die je misloopt
  • Ruimtekosten -> huur, energie, onderhoud
  • Risicokosten

Slide 12 - Tekstslide

Risicokosten
  • Kwalitatief risico -> beschadiging of bederf
  • Kwantitatief -> diefstal
  • Waarde -> uit de mode raken

Risicokosten kun je alleen schatten. Dit doe je op basis van voorgaande jaren.

Slide 13 - Tekstslide

Totale voorraadkosten
De totale voorraadkosten zijn alle kosten die direct samenhangen met het hebben van voorraad.

Voorraadkosten = ruimtekosten + rentekosten + risicokosten

Slide 14 - Tekstslide

Ruimtekosten zijn €8.720. De rentekosten zijn €600 en de risicokosten zijn €1.400.
Bereken de totale voorraadkosten

Slide 15 - Open vraag

Percentage berekenen
De voorraadkosten moeten in verhouding staan tot de waarde van de voorraad. 
Vaak tussen de 20% en 25%.
Percentage van = Deel / geheel x 100


Slide 16 - Tekstslide

Percentage berekenen
Rentekosten = €773. Ruimtekosten = €4.500. 
Risicokosten = €715.
De Voorraadwaarde van deze maand is €30.000

Bereken het voorraadkostenpercentage.

Slide 17 - Tekstslide

Voorraadkostenpercentage
Rentekosten = €773. Ruimtekosten = €4.500.
Risicokosten = €715. De Voorraadwaarde van deze maand is €30.000

Totale voorraadkosten = 773 + 4.500 + 715 = €5.988

Voorraadkosten% = 5.988 / 30.000 x 100 = 20%




Slide 18 - Tekstslide

De totale voorraadkosten van een bedrijf zijn €13.800 en de waarde van de voorraad is €60.000. Bereken het voorraadkostenpercentage

Slide 19 - Open vraag

Voorbeeldopgave
De totale voorraadkosten van een bedrijf zijn €13.800 en de waarde van de voorraad is €60.000. Bereken het voorraadkostenpercentage.

voorraadkostenpercentage = 13.800 / 60.000 x 100 = 23%

Slide 20 - Tekstslide

De totale waarde van de voorraad is €57.000. De rentekosten zijn €945. De ruimtekosten zijn €10.500 en de risicokosten €3.375.
Bereken het voorraadkostenpercentage.

Slide 21 - Open vraag

Voorbeeldopgave
De totale waarde van de voorraad is €57.000. De rentekosten zijn €945. De ruimtekosten zijn €10.500 en de risicokosten €3.375.

Totale voorraadkosten = 945 + 10.500 + 3.375 = €14.820
Voorraadkostenpercentage = 14.820 / 57.000 x 100 = 26%

Slide 22 - Tekstslide