3M 10.4 De hersenen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht 
Zelfstandig stil (Zs)

Maak opdracht 6 van 10.3 op bladzijde 126. 
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4 --> De hersenen
  • Video Het zenuwstelsel en de invloed van alcohol--> 15 minuten
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeling
10.1 Het zenuwstelsel
10.2 Zenuwcellen en zenuwen
10.3 Het ruggenmerg
10.4 De hersenen
10.5 De weg die impulsen afleggen
10.6 Het hormoonstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 10.4
  • Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijn veranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen
Hersenen bestaan uit 3 onderdelen:
  • Grote hersenen --> bewust zijn van een                                                 prikkel
  • Kleine hersenen --> coördinatie van                                              bewegingen
  • Hersenstam --> geleid impulsen en                                                       regelt (onbewuste) lichamelijke processen                                      zoals de ademhaling, bloedsomloop en                                    temperatuur van het lichaam


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Buitenste gedeelte (hersenschors) --> grijze stof --> bevatten de cellichamen van de schakelcellen.

Witte stof --> binnenste gedeelte = uitlopers schakelcellen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijze en witte stof
In ruggenmerg-> Grijze stof binnenkant, witte stof buitenkant
In de grote hersenen-> Grijze stof buitenkant, witte stof binnenkant

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersencentra
  • Er zijn gevoelscentra en bewegingscentra in beide hersenhelften. 
  • Gevoelscentra  ontvangen informatie van zintuigen
  • Bewegingscentra sturen spieren of klieren aan. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
Verantwoordelijk voor het afstemmen (coördinatie) van bewegingen op elkaar zoals een bal vangen of je evenwicht bewaren. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenstam
Ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
Levensfuncties: aansturen van de hartslag, ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur!

Geleidt impulsen:
  • van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen.
  • afkomstig van zintuigen in hoofd/hals naar grote en kleine hersenen.
  • afkomstig van grote en kleine hersenen naar de spieren en klieren in hoofd/hals.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Alcohol:
Je wordt vrijer/gemakkelijker. Minder controle over bewegingen. Geheugen en concentratie worden slechter.
Drugs:
Verminderde concentratie, geheugen wordt slechter
Medicijnen:
Soms traag en suf
Stoffen die invloed hebben op je hersenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Werking              drugs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beïnvloed drugs je lichaam?
Mensen gebruiken drugs voor verschillende redenen

Drie soorten effecten van drugs:
Stimulerende middelen 
Verdovende middelen
Bewustzijnsveranderende 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stimulerende middelen
Bijvoorbeeld xtc, cocaïne, tabak (snus), cafeïne (energiedrankjes)

Werking:
Zenuwstelsel werkt sneller
Hart klopt sneller
Gevoel van meer energie en zelfvertrouwen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdovende middelen
Bijvoorbeeld heroïne en alcohol
Werking:
  • Je zenuwstelsel werkt trager --> impulsen minder goed verwerkt, reactievermogen langzamer. 
  • Hartslag en ademhaling langzamer
  • Gevoel van rustig en ontspannen zijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijnsveranderende middelen
Bijvoorbeeld paddo's, cannabis (hash en wiet). 

Werking:
- Je hersenen werken "anders" --> waarnemingen worden verstoord, je ziet dingen die er niet zijn.
- Hartslag versnelt
- Bloeddruk gaat omhoog

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Gevolgen van drugsgebruik?
Vaak gebruik van middelen--> verslaving (afhankelijk) -->tolerantie --> meer nodig voor zelfde effect van dopamine. 


  • Gezondheidsproblemen
  • Psychische problemen
  • Sociale problemen
  • Financiële problemen


Als een verslaafde wil stoppen moet diegene afkicken.

Slide 19 - Tekstslide

Dopamine --> stofje in je lichaam dat wordt aangemaakt bij bepaalde handelingen zoals het gebruik van drugs, maar ook bij eten, seks, sporten...
Verslaving
Je bent afhankelijk van de drugs

Geestelijk --> onrustig in je hoofd wanneer je het niet krijgt
Lichamelijk --> lichamelijke klachten als je het niet krijgt
Sociaal --> geen aansluiting bij vrienden zonder middel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen: 10.4
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5



Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 10.4
  • Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijn veranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gezond persoon doet de Ice Bucket Challenge en gooit een emmer ijswater over zijn hoofd. Hij wordt zich bewust van de kou. In welk deel van de hersenen gebeurt dit?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hersenschors

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3

Je tekent een dwarsdoornsnede
van het ruggemerg;
Benoem :
- grijze stof
-witte stof
-bewegingszenuw
-gevoelszenuw
-gemengde zenuw
-buikzijde
-rugzijde


Opdracht 4
Je tekent nu een dwarsdoorsnede van de hersenen
- Benoem 
- Grijze stof
- Witte stof

Opdracht 5

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inoefenen 2/2

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopgave 1/3
Polio is een besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door het poliovirus. Bij polio ontstaan in het ruggenmerg ontstekingen in zenuwcellen, waardoor verlammingen kunnen optreden, vooral in de benen.

Door de ontstekingen worden vooral zenuwcellen aangetast die impulsen vanuit het ruggenmerg naar spieren geleiden.

Wat is de naam van deze zenuwcellen?
a. bewegingszenuwcellen
b. gevoelszenuwcellen
c. schakelcellen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenopgave 3/3
Om truffels te vinden worden vaak truffelhonden gebruikt. Als reactie op de geurstoffen van een truffel ontstaan in de neus van een truffelhond impulsen. Deze impulsen worden door de reukzenuw naar de hersenen geleid, de hond ruikt de truffel en gaat eropaf. De reukzenuw bevat alleen uitlopers die impulsen naar de hersenen toe sturen.




Is de reukzenuw een bewegingszenuw, een gemengde zenuw of een gevoelszenuw?
a. bewegingszenuw
b. gemengde zenuw
c. gevoelszenuw

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies